dinsdag 16 december 2008

Blokken

We zijn weer bijna zover!
De blokperiode: een tijd, gekenmerkt door Red Bull, verveling en onbegrip voor velen. Een moment van hoogtij voor m'n blog, jochei! Blok na blok is gebleken dat het bezoekersaantal in deze periode ongekende hoogtes bereikt. Niet dat ik meteen interessanter schrijf, maar jongens, jongens, wat vervelen de mensen zich! Maar ik verwelkom hen met open armen. Ik zeg u: "zet u gerust eventjes, lees gezellig na wat ik geschreven heb, neem een koekje. Doe gerust hoor, het zijn lekkere."
Ach, mooie tijden, mooie tijden,...

Op het leren na dan. Dagen van vrolijkheid en lesjes skippen laten zich nu een beetje voelen. Ieders grote schrik, numerieke wiskunde, werkgebied van Adhémar Bultheels ( door sommigen wel eens spottend "Adje het ratje" genoemd) is één van die vakjes die nogal es gemakkelijk wegvielen. Ik ben dan ook begonnen met dat vak wat bij te werken. Ik ben daar ook mee gestopt omdat het saai was.  
Ik heb er wél, en laat dat duidelijk zijn, een erg mooie boek (op wat deeltjes na) aan overgehouden. Inderdaad, ik ben er nog steeds niet aan geslaagd me aan één kleurenschema te houden. Het feit dat mammielief me dit jaar van 6 fluo'tjes heeft voorzien in plaats van de gebruikelijke 4 zorgt er alleen maar voor dat mijn boeken nog méér wegkrijgen van een mislukte Mondriaan.
Maar goed, ik doe m'n best. Vorige week een pak koekjes ingekocht, toevallig nog een doos wafels te pakken gekregen en ik ben helemaal klaar voor 2 maanden sociaal isolement. Want misschien ben ik een asociale, maar de examens zijn toch vaak een eenzame periode. Wie weet kom ik wel tot oplossingen voor grote levenskwesties tijdens mijn kluizenaarsbestaan? Wie weet zet ik ze wel hierop? Wie weet geef ik oplossingen voor oefeningen? Hij die m'n bezoekersaantal omhoog trekt uit verveling zal het gauw genoeg zien!

zondag 14 december 2008

Voor jou doe ik alsof

Ik mag dan wel geen dichter zijn
Maar voor jou schrijf ik elke dag karamellenverzen
van ik hou van jou 
en blijf je eeuwig trouw
en nog wat van die dingen
Rijmen kan ik heus wel doen
als je dat wil

Ik mag dan geen schilder zijn
Maar voor jou haal ik m'n wasco's uit
Dan teken ik stokmannetjes en knip ik vormen
Ik bouw een schildersezel 
En klad het hele huis onder
Verven kan ik heus wel doen
als je dat wil

Ik mag dan geen komiek zijn
Maar voor jou leer ik de Druivelaar uit m'n hoofd
Vertel ik elke dag een flauwe mop
En jij zal dan giechelen
of toch eens glimlachen
Moppentappen kan ik heus wel doen
als je dat wil

Ik mag dan niet de man van je dromen zijn
maar als ik maar hard genoeg doe alsof
wil jij dan doen
of je van me houdt?

zaterdag 13 december 2008

Over inspiratie en zinnelijkheid

Soms vragen mensen me wel eens hoe ik precies iets schrijf, hoe ik op het idee kom. Ook Toomas had het op zijn blog onlangs over bloggers en vroeg naar hun persoonlijk verhaal. 
Wel, eigenlijk werk ik misschien wel op een gekke manier. 
Zoals zovele schrijvers moet er natuurlijk eerst inspiratie zijn. Inspiratiebronnen verschillen natuurlijk van mens tot mens. Iets wat mij bijvoorbeeld enorm kan inspireren zijn toneelstukken, musicals, creatieve dingen zoals Prangstgrüp, waar ik al eerder over sprak. Al is dat misschien meer motivatie dan inspiratie: altijd als ik zo'n dingen zie, wil ik zelf iets even geweldigs doen. Daarmee heb je natuurlijk nog geen ideeën voor een verhaal, maar de goesting is er toch al. Echte inspiratie komt meestal van alledaagse dingen: een beeld, een geluid, iets waar je vaak aan denkt.
Om een voorbeeld te geven zet ik hieronder een paar making-off's: de inspiratie die me tot het vernoemde verhaal leidde.

Matteüs 18: een vriend van me die vol trots vertelde dat hij ooit had uitgerekend dat zeven maal zeventig maal wel degelijk 490 was.
Joachim: een grapje op de scouts. Omdat niemand wist hoe een draaicijferslot werkte, dachten we dat er misschien wel een mannetje in zat dat de nummertjes nakeek.
Als ik naar huis fiets op een voorzichtige lentenacht: dit is wel degelijk hoe ik me voel als ik soms naar huis fiets. De grootste inspiratiebron hier was het prachtige beeld dat ik toen kon zien vlak voor ik thuis aan kwam: de boom met lantaarnpaal. Achteraf heb ik er dan ook een (veel minder magische) foto van genomen.
Ridder Dries: Toen ik iemand van m'n zoveelste plan vertelde, vergelijk hij me spottend met een ridder, die steeds op queestes gaat, en dan ook faalt. Eigenlijk heeft hij een beetje gelijk...

En zo kan ik nog voor zovele dingen zeggen waar ze vandaan komen. Maar goed, dit is niet uitzonderlijk, iederéén heeft inspiratie nodig. Wat er bij mij misschien anders is, is de manier waarop die zich uit. Velen hebben misschien meteen een verhaallijn. Ik start met zinnen. Zinnen en een idee. Vaak krijg ik plots een zin in m'n hoofd, een zin waarin meteen een stijl vervat zit en soms ook een verhaal. Veel van de verhalen rond Elias zijn ontstaan rond een vaag idee en een zin. Het is rond deze zin dat ik dan begin te werken om zo te eindigen bij een vaak op voorhand bedachte pointe. 
En dan is 't af. Na wat nalezen natuurlijk.

Om het wat poëtischer te zeggen:
Mijn schrijven is zinnig, mijn denken zinnelijk. 

Onlangs las ik nog een pracht van een zin op de blog van Maarten Inghels (nog zo'n rijkerd met een eigen .be-adres), een jong dichter die reeds z'n eigen dichtbundel uitbracht onder redactie van Gerrit Komrij(!). Eén van z'n projecten draait rond Billy, een jongen die hij in elk verhaal laat sterven.
Soms bestaat zo'n verhaal maar uit één of enkele zinnen, een 'Korte Billy' zoals hij ze zelf noemt.
Hieronder zie je er zo één, prachtig vind ik hem.


Terwijl zijn moeder in een roes van morfine ter verdoving weggleed tot ze uiteindelijk stierf werd Billy met een tang uit haar gehaald, zoals men met een vork een mossel uitlepelt.

zaterdag 6 december 2008

Debuut op papier

Zoals sommigen wel weten ben ik leider bij de scouts. Vanaf dit jaar help ik er bij het schrijven van het programmaboekje: de Sjorring. Samen met een oude rot in het vak, Snoesj, heb ik net de eerste afgewerkt. En ik heb er een eigen rubriekje in gekregen! Daarin heb ik deze keer een kort verhaaltje geschreven, misschien wordt het volgende keer wat anders, ik weet het nog niet. Voorlopig heb ik er nog niet al te veel reactie op gekregen, maar hey! Dat betekent dus ook geen negatieve reacties! 
Het verhaal gaat wederom over Elias, één van m'n favoriete personages, en is winters getint. Verder heb ik ook met opzet het woord 'onderwijl' en 'es' gebruikt, omdat me gezegd werd dat ik dat niet mocht. Sommigen vinden namelijk dat dat geen echte woorden zijn. Ik zeg hen: in mijn ogen wel!

Bij deze:

Door Dries’ ogen



Het sneeuwde. Voor de eerste keer in 12 jaar sneeuwde het nog eens. Dikke witte vlokken bedekten auto’s en fietsen en maakten van de grijze weg een exquise roetsjbaan. Het zou nog even duren voor de eerste mensen wakker werden en de witte wereld zouden aanschouwen. Op zondagmorgen sliep men uit. Iedereen, behalve één man. Met een verrekijker in zijn hand zat Elias voor het raam. Hij had alle lichten in het huis uit gelaten en tuurde door de luxaflex door naar buiten. Zijn kamerjas met beertjes op zat losjes rond zijn schouders, de band niet geknoopt. Alles was perfect rustig. Een wondermooie winterochtend…

“MARIA!!”, daverde het plots door het huis.
“Potverdekke Maria, waar zit je?”
Met een slaperig gezicht kwam Elias’ eega de trap af. “Wat is er, m’n duifje?”
Elias zat nu niet langer neer maar hupte gespannen de kamer door. De band van z’n kamerjas sleepte achter hem aan. Met een roodaangelopen gezicht keek hij naar z’n vrouw. “Nee, laat de lichten uit!”, riep hij toen ze naar de knop tastte. “Kijk naar buiten, Maria…maar pas op dat ze je niet zien.”
Maria keek uit het raam.
-“Nou, veel zie ik niet, schat”
“Precies! Iets of iemand heeft ons raam bedekt met wit spul, Maria! Ik heb het zien gebeuren!”
Elias ijsbeerde de woonkamer door terwijl hij aan z’n kin krabde en zachtjes prrrrt-geluidjes maakte, iets wat hij altijd deed als hij hard moest nadenken. De band van z’n kamerjas was los komen te hangen en om de zoveel tijd moest hij hem wegslaan om er niet over te struikelen.
“Misschien is het wel een aanval”, murmelde Elias, “misschien zijn zij het wel…”
Hij pakte Maria bij de schouders, alles was hem duidelijk. “Aliens, Maria! Aliens!”, bromde Elias. Jarenlang al was Elias ervan overtuigd dat ze bestonden en nu was het eindelijk zover. Hij ijsbeerde door de woonkamer. De band van z’n kamerjas hing nu enkel nog met een knoop aan het kledingstuk vast en bleef overal achter haken.
“Het is overduidelijk, Maria! Weet je nog hoe we tegen elkaar zeiden dat de lucht zo bewolkt was gisteravond?” Maria knikte terwijl ze de stoel die Elias’ kamerjas had omgetrokken weer rechtzette.
“Zo konden ze ongestoord – Bonk, een tweede stoel – spioneren! En die koude temperaturen
de – Kleng, de servieskast – laatste tijd, natuurlijk was dat ook hun plan. Zo willen ze ons zwak maken! En nu is het dus zover…We moeten – Knal, het bijzettafeltje – iets doen!” Elias’ kamerjas was blijven hangen aan de zware wandkast maar ongestoord ijsbeerde hij verder.
“ We moeten het verwijderen, Maria! We moeten de buurt redden! Ga jij de schop halen, dan start ik onderwijl de auto!” En nog voor Maria iets kon zeggen, stormde Elias de deur uit. Heldhaftig, stoer, kordaat en vooral, in z’n onderbroek.

Vier uur later bewogen de eerste silhouetten achter gordijnen. Een koffiezet gorgelde wat, een kind wreef in z’n ogen. Buiten was het nog steeds guur, maar het sneeuwde niet meer. Er was geen wolkje aan de lucht en een waterig zonnetje verlichtte de huizen. Het duurde niet lang of de eerste kinderen kwamen es aan het raam loeren. Buiten zagen zij een sneeuwwereld, zoals zij er waarschijnlijk maar één zouden zien in hun hele leven. Een écht winterlandschap.
Alleen was het niet echt een winterlandschap, en ook niet meteen een sneeuwwereld. Eigenlijk was het meer een beetje gewoontjes, misschien wat natter dan anders.
En terwijl de kinderen weer weggingen van het raam, glimlachte Elias en nipte van z’n thee. De wereld wist het misschien niet, maar hij, hij was een held.


Debuut op pelicule

Een tijdje geleden vroeg een oude vriendin van me of ik geen zin had te poseren voor een naaktkalender. Eerst was ik erg twijfelachtig: de gedachte dat een foto van jezelf op je kwetsbaarst zomaar om het even waar kan hangen...
Maar toen ik hoorde dat het voor een goed doel was en iedereen me maar bleef aanporren, ben ik ingegaan op het voorstel. Een heel gekke ervaring, zo in je nakie staan voor mensen die je eigenlijk maar een beetje kent. En natuurlijk heb je geen idee welke kop je moet trekken of hoe je moet kijken, hoe je je moet houden. Een halfuur wachten tot het licht goed zit, je beklagen dat je je niet gedoucht hebt (het ging allemaal zo snel, meneer!), hopen dat je het goed doet. Om niet te vergeten dat je naakt bent. En ja, 't is de tweede keer dat ik dat zeg.
Goed, we zijn nu wat verder en vandaag ben ik naar de voorstelling van die bewuste naaktkalender gegaan. Hij is heel mooi geworden, kunstig. Voorlopig is het nog wachten op de eerste reacties, maar een welbepaalde vriendin van me kennende zullen die wel gauw uitgelokt worden...


Ben je nog op zoek naar een leuk eindejaarscadeautje? Hieronder zie je de mail van de organisatoren:

Al vakantieplannen voor 2009? Wij ook! Maar niet iedereen. Op vakantie gaan kost geld. En lang niet iedereen heeft dat geld. Enkele vrijwilligers van crefi vzw wilden daar iets aan doen. Onder het motto ‘Mag het iets minder zijn?’ gingen onze jongens uit de kleren. Het resultaat daarvan mag er wezen. Een catchy verjaardagkalender, waarbij elke maand een geweldige jongeman een bepaald vakantiethema van crefi naakt op de voorgrond brengt. Vanaf 6 december is de kalender beschikbaar. De volledige opbrengst gaat naar extra toelagen om kinderen via het steunpunt vakantieparticipatie een fijne zomer aan te bieden. Vind je nooit het geschikte kerstpakje voor je nicht of weet je niet wat geven aan je peter voor het nieuwe jaar? Onze kalender is fijn, handig en bovendien maak je er twee mensen mee blij.
Vanaf nu kan je de naaktkalender bestellen. Hij kost €12, verzending niet inbegrepen. Zend gewoon een mailtje naar maghetietsminderzijn@hotmail.com


woensdag 3 december 2008

Mens en Machine

Is het je al eens opgevallen hoeveel je eigenlijk wel kan?
Denk alleen maar aan je gezichtsvermogen: een gezichtsveld van bijna 180° waarvan een groot deel in kleur! Om niet te vergeten dat je willekeurig kan scherpstellen op verschillende afstanden. Alsof dat nog niet genoeg was, kan je daarnaast ook nog eens die beelden interpreteren, herkennen en erop reageren. Om dat soort dingen in een computer te implementeren, mag je heel wat gaan investeren, denk ik. Om maar te zwijgen over de hardwarekosten!
Eigenlijk heb ik niet zoveel verstand van wat een computer allemaal kan dezer dagen, of hoe goed een camera is. Toch denk ik dat we bijlange na geen mens kunnen benaderen met technische dingen. Of het zal toch duur moeten zijn. Is het niet gek dat een klein bolletje organisch materiaal van zo'n schamele 1700cc (of toch iets in die trend, dank u Facebook en Biggest Brain!) zoveel informatie kan opnemen, verwerken en reproduceren?

Organische computers, is het geen mogelijkheid? Computers die op dezelfde manier informatie opslaan en verwerken als de menselijke hersenen? Ik denk zelfs dat er onderzoek naar dit soort dingen bestaat. En je kan nog verder gaan denken: stel nu dat je zo'n computer kán maken. Vanaf welk punt ben je dan een levend wezen aan het misbruiken? Hoe dicht staat zo'n organisch denkend ding bij het leven?
Of laten we het omgekeerd bekijken: stel dat je een menselijke foetus kan gaan gebruiken als computer? Of gewoon een volgroeide mens kweken, ontdoen van z'n persoonlijkheid en gaan gebruiken als meetinstrument. Zoveel potentieel, dat moet je toch kunnen misbruiken? Allemaal heel onethisch, maar misschien wel leuke stof voor sciencefiction? Misschien kan ik wel es proberen van het te schrijven en dan achteraf een filmpje met veel special effects maken en dan misschien wel een trilogie ervan maken en ik noem er dan ene Morp-
Fuck, the Matrix was me voor...



Ik weet het, ik ben aan 't praten over dingen waar ik niets van afweet. Maar uiteindelijk mag je   wel wat fantaseren van tijd tot tijd. Voor hen die deze gedachtengang wel interessant vinden, kan ik verwijzen naar een paar dingen:
  • The Matrix natuurlijk
  • De blog van Tom Bonte, Visions of the Future. In dit bericht had hij het nog over cyborgs, zo'n beetje het omgekeerde als waar ik net over sprak. Allemaal veel gefundeerder ook, maar ik doe nu eenmaal niet aan correct onderzoek
  • De reeks "Hitchhiker's guide to the galaxy" van Douglas Adams(Nederlands: het transgalactisch liftershandboek). Ik zal niets verklappen maar in één van de boeken zie je een idee terugkomen dat ik net aanhaalde. Prachtig gevonden van die man eigenlijk.

donderdag 27 november 2008

Voor de klagers

Er wordt me door sommigen verweten dat m'n berichten te lang zouden zijn. 
Wel, ik zeg hen: ge zijt lui!
Een half A4'tje begot, het zou geen moeite mogen zijn.
Ik maar moeite doen om mijn plot in te korten, mijn personages te karikaturiseren, alles gewoon om plaats te besparen, en dan nog horen dat teksten te lang zijn!
Maar goed, bij deze, speciaal voor alle klagers: een paar komieken die sommigen misschien nog niet kennen in een extra kort bericht!
Veel plezier ermee.

Jochem Myjer: hilarische ADHD - hollander



Stephen Lynch, geweldige komiek/zanger


Bert Visscher, nog een Hollander met ADHD

dinsdag 25 november 2008

De vriezeman

't Leven kan soms hard zijn. En dan zeker als jonge student die ook nog es scouts doet.
Begrijpt u mijn leed niet? Laat ik even mijn afgelopen twee dagen schetsen:

Het was zondag 23 november. Het sneeuwde al wat en buiten was het koud en wij hadden net mama-papa-vergadering gepland. Een geweldig tof idee, zij het wat gevaarlijk, want het moest maar es een slechte vergadering worden. Uiteindelijk viel alles goed mee, maar dat is eigenlijk niet de hele pointe van dit verhaal. We hebben het immers niet over scouts, maar over mij en m'n miserabele lotgevallen.
Goed, laat ons verdergaan. We hadden dus het lumineuze idee gekregen dat ik, die de vriezeman moest spelen, bloem in m'n haar zou doen. Daar werd het lekker wit van. Jolijt jolijt! Geweldig leuk voor de kindertjes, ook voor mij want ik kon sneeuwstormen maken door met m'n hoofd te schudden. Minder leuk was het toen ik vanmorgen, na een bijzonder rusteloze nacht (Beertje, waar ben jij gebleven?) achteraan m'n hoofd voelde. Dikke klodders net-niet-zo-goed-weggewassen bloem begroetten m'n vingers. Ik racete de douche in en waste nog snel m'n haren, waarna ik m'n schoenen wilde pakken om snel naar de les te gaan. Groot was dan ook mijn verontwaardiging toen ik merkte dat die nog nat waren van in de sneeuw te spelen op de scouts. Rotkoters. Ik dus in m'n sportschoenen naar de les. Feest.
Eenmaal aangekomen sprongen mijn o zo trouwe vrienden meteen als hyena's op het makkelijke slachtoffer dat ik was: mijn sportschoenen en nog altijd niet goed genoeg gewassen haar maakten me al snel tot hun riséé. Gelukkig zat ik achteraan en kon ik gezellig de hele les economie (dank u Tim Willemen voor uw boek waardoor ik niet moet opletten!) bloemkorreltjes uit m'n haar trekken. Intussen doneerde ik, vrijgevig als ik ben, een aardig deel van deze roux aan m'n achterbuur, die, moest ie een vuurtje gehad hebben, er prompt macaroni met hesp- en kaassaus van zou hebben gemaakt. Of met een vies gezicht de schilfertjes wegduwen, denkende dat het roos was. Bij deze dus: niets is minder waar, het was bloem. Van den Aldi, meneer.
Maar goed, de pauze kwam en na nog wat leuke opmerkinkjes van m'n trouwe vrienden dacht ik: ik zet me lekker vanvoor, al bij al valt het nog wel mee. O wee, wat een vergissing. Nu kwam ik immers in het zicht van hen: zij die de mooisten van de aula zijn. En men komt niet in het zicht van hen zonder zijn haar eerst goed te wassen. Vurig verlangde ik ernaar mijn muts op te zetten, mijn sportschoenen weg te schoppen, maar het was al te laat! 
Dries: 5 punten eraf
nogmaals, wereld, weet het: het was bloem! En mijn goeie schoenen waren nat!
....................................................................................................................................................

Ok, ik geef toe, veel van hierboven is overdreven en zo'n egotripper ben ik nu ook weer niet om altijd over mezelf te willen praten. Maar uiteindelijk maakt dat een verhaaltje zo veel fijner, nietwaar? Al was de bloem blijkbaar toch vrij aanwezig en vielen de sportschoenen wel op. Misschien had het feit dat ik de trappen opjogde om bovenaan wat te gaan stretchen er wel wat mee te maken...

Tot slot, voor al wie de vriezeman niet kent volgend kinderversje. Ik ben wel de melodie / het metrum vergeten.

Vriezeman heeft op straat gezeten, 
heeft in mijne neus gebeten , 
mijne neus is rood rood rood, 
kwenste de vriezeman dood,dood, dood.

zaterdag 15 november 2008

Een toemaatje

Jaja, we zijn actief vandaag!
Toen ik begon met het schrijven van het vorige verhaaltje, had ik dat in een heel andere stijl gedaan, terug met Elias en Maria.
Die personages zinnen me wel en ik vind het leuk Elias iedere keer weer iets doms te laten ontdekken en potten eten omver te stoten.
Ook was hij het perfecte personage om een mopje over sokken dat ik al langer wou gebruiken, in een verhaaltje te zetten. Het leuke is dat ik zelf zo'n sokken heb.
Later vond ik toch dat een iets vreemder personage hier meer gepast was en ben ik opnieuw begonnen.
Maar omdat ik toch al aardig wat verhaal had in die andere stijl en het niet per se slecht was, zet ik hem hier, bij wijze van toemaatje, nog es neer.
Ik presenteer u:

Matteüs 18 - the alternate version

"Maria, Maria!"
Elias rende op z'n sloffen door het huis, luidkeels de naam van z'n vrouw roepend.
"Ik heb het geheim ontrafeld, Maria!"
Aan zijn voeten droeg hij de bergsokken die hij nog van z'n vader gekregen had. Op de sokken stonden een grote rode L en een R, om de drager duidelijk te maken welke sok waar moest. Elias droeg ze echter omgekeerd. Heel goed zaten ze niet op die manier, maar een kledingstuk ging hem verdomme de les niet lezen.
"Maria, waar zit je?"
"Hier, appelflap", klonk het uit de keuken. Elias stormde binnen, op één slof intussen en ging hijgend voor z'n vrouw staan. In z'n armen zwaaide hij een verfomfaaide versie van de Bijbel rond.
"Het is overduidelijk, Maria!"
"Wat, m'n liefste?", vroeg Maria. Intussen lette ze goed op haar schaal met aardappelen: de Bijbel scheerde nogal kort langs de rand ervan. Soms verbaasde het haar hoe slecht haar man en etenswaren samen gingen.

vrijdag 14 november 2008

Matteüs 18

Roel loopt naar de kale, gebarsten muur. Haalt het krijtje uit z'n broekzak. Bukt zich naar de rechteronderhoek. Trekt een streepje. Stapt achteruit. Ja, dit is wonderlijk. Waarachtig mooi. Een glimlachje speelt om Roels lippen. Hij loopt weer naar de muur toe en gaat nog een paar keer over het streepje. Lekker dik. Oh ja, Roel heeft er lol in. Hij telt nog eens alle streepjes na. Over de jaren was de muur traagjes voller en voller geworden. Alle streepjes waren er op geraakt gelukkig, maar dat had hij ook wel verwacht. Niet voor niets had hij van tevoren alles zorgvuldig opgemeten. Hoe onvolmaakt zou het geweest zijn als de muur overvol was geweest? Als hij in de hoekjes had moeten zitten prutsen? Of als er een lelijk leeg stuk was overgebleven? Maar al bij al, hoe had iets goddelijk ooit onvolmaakt geworden kunnen zijn? Glimlachend ziet Roel dat de 490 streepjes zijn muur perfect van hoek tot hoek vullen.
2 jaar geleden was het dat Roel tot het besef was gekomen. Het zag er die dag niet naar uit dat er veel speciaals zou gebeuren, een zondagmorgen als alle andere. Hoe had hij ooit kunnen weten dat juist die dag de priester, een man zijn respect waardig, net die passage zou lezen? Hij kon de woorden nog steeds horen:
"Dan lezen we nu uit het evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 18, verzen 21 tot 35..."
Wat Roel die dag had gehoord had zijn leven voorgoed veranderd. Hij kijkt nog één keer glimlachend naar de streepjes op zijn muur, precies 490, en gaat naar buiten.
Eenmaal op straat loopt Roel zelfverzekerd rond, in z'n broekzak een kopie van de verzen. Hij denkt aan grootse dingen, aan alles wat hij zou kunnen doen. Hoe hij de wereld kan helpen. Hoe hij wel eens een "redder" kan zijn. Een messias...
Hij haalt de verzen uit z'n broekzak en leest ze nogmaals.
Matteüs 18, 21-22
Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.
490 keren, Roel had het uitgerekend. 490 keren had hij zich ingehouden. 490 keren was hij de toffe geweest, de vergevingsgezinde. Maar dat is nu gedaan.
Roel stapt het grote gebouw binnen. Gaat naar boven. Speelt wat het mes in z'n achterzak. Gaat de deur door. Voelt nog eens aan het mes. Glimlacht eens. Krijgt een papiertje tegen z'n hoofd. Voelt een natte spons in z'n nek. Valt over een stiekem gespannen koord. Ziet dertig joelende kinderen met hem lachen van achter hun schoolbanken.
Maar Roel glimlacht.
"Dat hadden jullie niet moeten doen, jongens. Ho nee, dat was een slechte keuze. Dit wordt écht jullie dagje niet..."

met dank aan Pieter Moysons, die het uitgerekend heeft

woensdag 12 november 2008

Leefweek 2008

Woensdag, vijfde dag van de leefweek.
De korte nachten en het gebrek aan volwaardig voedsel beginnen hun tol te eisen van de deelnemers. De vondst van een dode muis in de provisiekamer zorgde gisteren voor enig tumult, maar nadat ieder z'n zeg had gedaan en verzekerd was dat er geen gaatjes waren in de Maria-koekjes, bedaarde dat al snel. De muis werd plechtig begraven door Elias en even later door diezelfde weer opgegraven en opgegeten omdat de hesp op was. En een croc zonder vlees is geen croc, zeg nu zelf.
De leefvertrekken hebben onze aanwezigheid voorlopig goed doorstaan. Ook de baadruimte en de toilethoek tonen zich hun taak waardig. Vooral de laatste heeft ons aangenaam verrast. Wij ontdekten namelijk dat een ingenieus systeem is ingebouwd waardoor de gebruiker van desbetreffend toilet zijn eigen ontlasting kan inspecteren. Tijdens de behoefte word de excretie opgevangen in een plat bekken, alwaar kleur, vorm en structuur bestudeerd kunnen worden. De geometrie van het bekken is ook zo dat de geur van hoger vernoemde ontlasting zich optimaal kan verspreiden. Misschien niet aantrekkelijk voor een leek, maar een jongeling op leefweek is zich terdege bewust van het belang van zelfinspectie. Daarbij zorgt deze vormgeving ervoor dat niet enkel de gebruiker van het toilet maar ook eventuele omstaanders zich kunnen vergewissen van de gezondheid van de gebruiker.
Hoe lyrisch we allen ook zijn over de toilethoek, een andere ruimte baart ons aardig zorgen. Het betreft de slaapruimte. Deze is na vijf nachten verworden tot een donker hol, enkel nog bezocht in de nacht. De aanblik van het vertrek bij licht kan niemand zich nog herinneren, immers: het licht mag nooit aan voor zij die nog slapen. Op de tast kan men zich een beeld vormen van dit hol, vergaan van de losslingerende onderbroeken en kousen. Wie denkt dat dit al erg is vergist zich: niets is erger dan te ontdekken dat wat je net greep noch onderbroek noch kous is, maar dan wel een ondefinieerbaar hoopje iets, dat als je pech hebt nog es kan wegrennen ook. Inderdaad, sinds enige dagen wordt gefluisterd dat er misschien wel ander leven in dit donkere hol is dan enkel zij die slapen. Sinds de verdwijning van Jaspers knuffelbeer wordt dan ook enkel nog slapen gegaan in groepjes van minstens drie en zijn het enkel de dappersten die nog durven uitslapen.

Vandaag is een leerdag gepland, zodat ondergetekende morgen eindelijk eens deftig kan meehelpen met zijn case Mechanica, kwestie dat hij niet te hard op zijn doos krijgt bij de peer assessment. En holalala, ne stijlbreuk! Kan geen kwaad want ik ben de expeditiedagboekstijl eventjes beu en we mogen ook al es gewoon updaten. Voor zij die het niet doorhadden, ik ben op leefweek en hoewel sommige dingen wat overdreven zijn, bovenstaande feiten zijn allemaal ongeveer waargebeurd.
BLij ben ik ook u te melden dat er binnenkort een gedichtje aankomt ofwel een prozastukje, waarvan ik voorlopig enkel de eerste zin heb. Deze gaat zo:
Misschien, heel misschien, dacht Ankie, ben ik eigenlijk een gans, en ze kwaakte es voorzichtig.
Voorlopig lukt het rijmen niet meteen, dus het kan nog wel even duren eer dit af is.


Hoewel we intussen vijf dagen gevorderd zijn blijft het moreel hoog.(en we zijn weer vertrokken!) Om de tijd te doden vermaken mijn medewerkers zich met gezelschapsspelen en computerspelletjes uit het bouwjaar Windows 98. De kou is bijtend, het croque-machien traag, maar wij blijven op post. Immer op post, immer trouw.


Dries Thielemans
12/11/2008

zondag 9 november 2008

Tijd voor Cultuur!

Een kort bericht voor al die luiaards die zeggen dat ik te lange berichten schrijf de laatste tijd.
Dit keer is het geen verhaaltje, geen bedenksel, geen hersenkronkel, het is één en al compliment.
Ik ben gisteren namelijk naar een musical geweest. Helemaal in het verre Zandhoven, in een parochiezaaltje, dat intussen al twaalf keer of zo is uitverkocht heb ik hem gezien: Bang, de musiknal.
Laat u niet misleiden door de titel, ik geef toe: hij is een beetje kinderachtig. Ook de plot was nu niet meteen even wonderlijk en verrassend als die van Loft, maar wat een mensen erin meededen!
Niks zo sterk als een hoop mensen die een stevig lied tegen elkaar opzingen en al zeker niet als ze dan nog es machtig goed zingen ook. Dat zijn de dingen waar ik echt kippenvel van kan krijgen.
Machtig vind ik het wanneer zo'n lied volledig in het verhaal past. De helft van de tijd zat ik er dan ook met mierentetten om het es met een ander woord te zeggen. Oftewel was het gewoon nogal fris in dat zaaltje.
Ik persoonlijk ging kijken omdat een vriendin van me erin meespeelde. Heeft die me even van m'n sokken geblazen!! Bij deze, to hell with privacy: Elena, uw stem was wonderlijk schoon.
Maar goed, voor iemand die er niet bij was is dit misschien bijster weinig interessant. Daarom, als toegift, een filmpje in verband met een musical dat ik zelf geweldig vind en voor velen een bron van inspiratie kan zijn.
En ook al bestaan er veel lijstjes die het tegendeel beweren, het leven zou toch sjieker zijn moest er af en toe wat meer musicalgehalte inzitten.

Prangstgrüp - Reach, a lecture musical

dinsdag 28 oktober 2008

Er is er één jarig!

Jaja, het is zover!!
Precies 52 weken en 52 blogberichten (is dat niet eventjes mooi getimed van me?) geleden werd deze blog gestart! 
Vandaag, 28 oktober is Dries Denkt jarig! Jochei, jochei, luidt de bellen, schal de bazuinen en laat de verjaardagscake aanrukken want 't is feest.
Digitaal dan toch. Maar laat ons er niet te veel nadruk op leggen, Dries Denkt is een fragiel personage en kan wel es last krijgen van een midlifecrisis. Zo'n zwarte achtergrond zou de lay-out maar verpesten.
Goed, omdat het feest is gaan we meteen doen wat een burgie het liefst doet als het feest is: bergen cijfers in het gezich werpen van mensen die dat eigenlijk helemaal allemaal niet willen weten. Bij deze dus:

Dries Denkt, de harde feiten
Aantal bezoekers: 2390
Bezoekers/dag: 18
Beste maand: oktober (nu dus!)
Aantal pageviews: 4253
Pageviews/bezoek:1.9
aantal personen op de mailinglist: 10
Op dit grafiekje zie alles nog es mooi op een rijtje: rood staat voor het aantal pageviews, geel voor het aantal bezoekers(ik heb deze teller pas sinds februari)

Wat leuk is te zien is de invloed van examens op het aantal lezers. Bekijk maar even september en juni in vergelijking tot pakweg maart.

Iets wat mijn tellertjes nog kunnen is zeggen van waar u allen afkomstig bent:
84,7 % Belgen
10,8 % Britten
3,1 % Nederlanders
0,5 % Amerikanen
0,5 % Polen
0,4 % andere
Hoe betrouwbaar dit allemaal is, is natuurlijk mij ook een raadsel.

Als laatste zegt m'n leuke tellertje ook nog via welke zoekwoorden deze site bezocht werd. Het leeuwenaandeel hiervan zijn logische woorden als driesdenkt of dries thielemans, maar hier en daar zitten er toch een paar leukerds:

Danone kortingsbonnen:  vele uren vruchteloos zoeken van een vast en zeker hulpeloos, oud dametje is hier gestrand.
etymologie van renter: hier kan ik meteen mee helpen: het woord bestaat niet
nimf walpaper en puppy's achtergronden: wederom iemand die het moeilijk heeft met spelling en jammer genoeg z'n sweeties hier niet vond
zuur-base tabel: noem het leedvermaak, maar ik vind het grappig te zien dat medeburgies hier terechtkomen terwijl ze eigenlijk oplossingen of hulp zochten. ook Dierckx en Piessens of andere leerkrachten scoren hoge ogen wat zoektermen betreft.
gevaarlijke beest: deze is om één of andere reden al vaker geweest. 
wat is biocure intellect: ook hier meteen hulp: Biocure Intellect, alias mijn geheim, is een geweldig product op basis van ginseng, ginkgo biloba en omega3-vetzuren, perfect voor de student in de examens. Het scherpt niet alleen het geheugen aan, het verhoogt ook de concentratie en verlengt de aandacht. Daarbij wordt het in een handige verpakking van 30 capsules geleverd. Te verkrijgen bij de betere apotheker.

Natuurlijk is dit maar een kleine selectie, wie meer wil kan altijd klikken op één van de tellertjes hierboven, daar vind je alles. Goed, daarbij hou ik het. Laat die verjaardagswensen maar komen!

maandag 27 oktober 2008

Maten, makkers, Antoine van de Capelle

Zoals sommigen misschien al gezien hadden, was de naam van m'n blog tijdelijk veranderd naar "Dries Rent", kwestie van in thema te zijn met het grote evenement van die moment: de 24-urenloop. Dagenlange training werd aan de grootste test van allen onderworpen tijdens deze afmattende marathon van het studentelijke kunnen en houzee, we hebben (bijna) getriomfeerd!
Ondergetekende rende dit jaar niet voor VTK, maar voor Pedal, de peda-alliantie, een kleine maar dappere loopgroep. En al deden we nog zo ons best en scholden we zo hard we konden op concurrenten, de boertjes van LBK en de beurskrashers van Ekonomica hebben toch bezit weten te nemen van de derde en vierde plaats. Soit, het zij zo, laat hen maar teren op deze tijdelijke overwinning, ik was toch blij over onze vijfde plaats en mijn persoonlijke prestatie (16 toeren en een pijnlijk rechterbeen!).
Maar we zijn aan 't afdwalen. Immers, waar gaat het hier over? Juist ja, Dries rent niet langer, Dries denkt weer. En laat het nu net lukken dat ik een bedenkseltje heb op de moment. Volgt u me even mee:

Meten en maateenheden

Het SI-stelsel, wie kent het niet? meters, kilogrammen, candela's, allemaal goed en wel, maar er zijn toch leuker maten in het universum? En duidelijker vooral? Zo sprak mijn prof Informatieoverdracht en -verwerking (Antoine van de Capelle, mijn muze van de dag) vandaag over vermogen als een aantal strijkijzers. Nou, dat is klare taal! Daar weet je mee wat je in huis haalt! Een zonnepaneel: 1 a 2 strijkijzers, een generator: 10 strijkijzers, ik zeg maar wat. Daar weten wij Belgen raad mee! Weg met de Watt, leve het strijkijzer! We kunnen het zelfs nog verder trekken en deze vrij vrouwelijke maat vermannelijken door het, zeg maar, over aantal boormachines te hebben, of aantal grasblazers. En nu we toch bezig zijn, kunnen we dan niet beter meteen ook kilocaloriën vervangen door aantal minuten vermoeiendheid? Wie kinderen heeft, zal deze aanpassing zeker appreciëren!

Een nieuwe eenheid

Deze uiteenzetting over maateenheden brengt me meteen weer op een volgend puntje: er is namelijk nog een maateenheid. Een die ik wel es durf te gebruiken, maar voorlopig lijk ik niet veel enthousiastelingen te kunnen vinden. Op de scouts houdt men er af en toe dan ook van mijn manier van meten in twijfel te trekken en er mopjes over te maken. Maar laat u dat niet tegenhouden wanneer ik u voorstel aan:
het Driezeke!
Deze multifunctionele maat is goed op weg een nieuw begrip te worden in de bouwsector. Altijd bij de hand (tenminste als je Dries heet), makkelijk te meten en, nogmaals, multifunctioneel! Laat me u aan de hand van een voorbeeldje even het gemak van het Driezeke tonen: stel, u heeft een aardig kacheltje gekocht, maar wil graag de dimensies ervan weten. Heel simpel, u legt uw Driezeke ernaast en hopla, u heeft meteen de lengtematen. Voor het gewicht is een eenvoudige test ook voldoende, het Driezeke is immers ook een gewichtsmaat! Wilt u graag weten hoe hard het kacheltje brandt? Dat kan het Driezeke voorlopig nog niet zeggen, want een Driezeke verbranden is niet zo goed voor het milieu... Plus het doet pijn... En dan is mama boos omdat mijn kleren kapot zijn...
Maar goed, u ziet: multifunctioneel en altijd bij de hand!

Waargebeurd

Laat ik tot slot een waargebeurd voorbeeld geven uit het leven van Elias en Maria over hoe meten en maateenheden een belangrijk deel van het leven uitmaken.

"Hou je nog van me, zoet?", vroeg Maria.
Vandaag aten ze varkenslapjes met geraspte wortelen. Voor alle veiligheid had Maria de sauskom vastgelijmd aan het sausbordje. Je wist maar nooit met Elias. Aan de kapstok hing nog steeds z'n jas met kippenveren aan en z'n kippenmasker, in z'n arm nog steeds de kogel uit de tweeloop van de boer aan de overkant, de onbegripvolle vlerk.
"Tuurlijk, Maria, tuurlijk"
Even was het stil op het getik van Elias' vork na, die probeerde een lastig reepje wortel te pakken te krijgen. Toen viel het plots stil.
"Hou jíj eigenlijk nog van me?"
"Natúurlijk, lieve!", zei Maria iets te enthousiast.
Elias boog zich voorover over tafel en vouwde z'n handen bij elkaar onder z'n kin, alsof hij over iets nadacht. 
"Hoevéél hou je dan van me, Maria?"
"Nou, heel veel.", zei Maria, "Meer dan van ieder ander."
"Jaja, maar hoeveel preciés, Maria? Hoeveel preciés?"
"Hoe bedoel je nou, hoeveel precies?"
"Wel", zei Elias en hij boog zich nog wat meer over tafel, "zie je deze worteltjes? Voor jou zijn het er misschien niet veel, maar voor een arm negertje is het misschien wel een fortuin aan worteltjes! Wat is veel dan uiteindelijk, wat is veel?"
"Ik volg je niet lieverd. Kan je misschien eve-"
"En als dat negertje dan nog vriendjes heeft Maria, die óók honger hebben? Hoeveel worteltjes heb je dan? Wel, ik zal het je zeggen, het zijn er niet veel, het zijn er niet weinig, het zijn er drieëntwintig! Drieëntwintig worteltjes, Maria! Geen meer en geen minder, ik heb ze geteld! En of je nu jezelf bent of een neger, Maria, het zullen er drieëntwintig blijven."
Maria keek nogal hopeloos van de schaal met worteltjes naar haar man en terug, maar nog steeds kon ze hem niet goed volgen. Nog voor ze tijd had om Elias te wijzen op het feit dat er helemaal geen negers woonden in Hoekebeke, begon die weer:
"Hoeveel dus, Maria? Hoeveel hou je van me?"
Maria twijfelde even, krabde achter haar oor, zocht in de ogen van haar man naar een tip.
"...25 meter?", gokte ze.
Elias' ogen klaarden op. 25 meter, tjongejonge, dat was meer dan hij had durven hopen! Opgetogen sprong hij recht. 25 meter, 25 meter, dat moest hij Hannes gaan vertellen! Hij zoende Maria vol op de mond. 25 meter, daar was hij iets mee! Andere mannen hadden er het raden naar, maar hij, Elias, wist waar hij aan toe was! Tjongejongejonge!25...
Elias stormde de deur uit, rende wat rond, raapte een steen op en legde die aan de overkant van de straat.
"25 meter, Maria!", riep hij, "dat is helemaal tot hierzo!" Blij als een kind rende Elias van de steen naar Maria en terug. Wat was dat toch ver!
"Zie je die boom daar, Maria? Jij houdt meer van me dan ie hoog is! En die heg, die is ook te kort! En de waterput, die is minder diep!"
Elias had intussen z'n lintmeter bovengehaald en mat alles op dat hij kon vinden, begeleid door enthousiaste kreetjes als hij iets kort genoeg vond. Toen hij uiteindelijk moe geworden was, kwam hij weer aan tafel zitten, waar Maria intussen de varkenslapjes had opgeruimd.
"Je bent een prachtvrouw, Maria", zuchtte Elias.
"En wat die worteltjes betreft, hou ze maar, negers zijn geen konijnen."
En zo huppelde Elias weg, aan ieder die het wilde horen vertellend hoeveel zijn vrouw van hem hield, helemaal tot aan het asielcentrum waar hij een bedelaar zijn 23 worteltjes gaf.

zondag 19 oktober 2008

Elias

"Kippen, Maria, zijn de vuilste beesten op aarde", zei Elias.
"Zo dan, nou, leg es uit, schat", antwoordde Maria terwijl ze nog wat aardappelen bij opschepte.
"Dat zal ik meteen doen!", zei Elias. "Kippen zijn des duivels, Maria. Ze komen voort uit het gat van de duivel en denken dat wij dat niet merken. Maar dan hebben ze buiten mij gerekend, Maria! Ze lijken dan misschien zo onschuldig, maar op één punt laten ze een steek vallen."
-"Is dat zo, lieve?"
-"Jazeker! Het is niet zozeer hoe de kip ofte gallus gallus domesticus leeft, het is hoe hij sterft! Heb je wel es een kip zien sterven, Maria?"
"Nee, nog nooit", zei Maria, "En doe nou toch rustig met de aardappelen, lieve."
"Wel", ging Elias verder, die nog steeds geen aandacht aan de aardappelblokjes besteedde die hij deed rondvliegen met al z'n geklop op tafel,"het toeval wil dat ik vorige week zag hoe de boer van hiertegenover een kip slachtte. Ik zag zó hoe het mes van de boer door de nek van dat beest ging. En moet je nu horen, lieve: dat beest liep gewoon weg! Zonder hoofd, Maria!"
"Nou nou, dat meen je niet", zei Maria.
-"Ik zweer het je op m'n moeders hoofd! Kippen zijn van de duivel, lieve! En ik heb hen doorzien: een normaal wezen is dood als je het de kop afhakt!"
Na de aardappelschaal moest ook de kom met erwtjes aan geloven toen Elias er met z'n vork op begon te timmeren om z'n standpunt kracht bij te zetten.
"Uit de duivel, uit de duivel, uit de duivel! En dat weiger ik toe te staan, Maria!"
En met die woorden stond Elias recht. hij griste het vergiet van het aanrecht, duwde er de etensrestjes uit en zette het op z'n hoofd. Bij de deur nam hij ook de grove borstel mee en droeg hem als een lans voor zich uit. "Nogmaals heeft de wereld me nodig, lieve! Uw nobele ridder verlaat u eens te maal, maar weest verzekert: ik keer terug! Aan m'n buidel de kop van elke duivelse kip in omstreken!"
En Elias stormde de deur uit, de omliggende boerderijen tegemoet. Maria zuchtte even en ruimde de erwtjes op, die over de vloer verspreid lagen. Buiten hoorde ze de gesmeerde kreten van haar levenspartner, die nu bijna bij de boerderij aan de overkant moest zijn. Geduldig ging ze zitten wachten aan de deur tot ze hoorde wat ze al wel verwacht had. Vijf minuten later stond Elias weer aan de deur.
"Ze hebben me gestoken, Maria! Met hun snavels zó, recht in m'n vlees! De duivelse beesten wisten het, hun duistere heerser had hen gewaarschuwd!"
"Ja, vast wel, lieve, vast wel", zei Maria en ze ging een pleistertje halen terwijl Elias over z'n rode arm wreef, woedende blikken werpend door het raam, waar het lawaai van honderden kippen de stilte van de nacht brak.

donderdag 16 oktober 2008

brief aan mama

Geachte moeder,

Tot u spreekt niet langer Dries Thielemans, minderwaardige schacht komende uit het rustieke Rotselaar. Ondergetekende is vanaf nu gekend als de hoogedele heer Dries Thielemans, gedoopt ende gekeurd te Don Bosco Peda. Zijne heer is blij de mama te kunnen melden dat hij zijn onderbroek heeft kunnen recupereren, zelfs nadat die als hoofddeksel gefungeerd had voor hemzelve en menigeen ander. Zijn broek en T-shirt daarentegen zullen vanaf heden niet meer de heer tot kleding dienen, zij liggen in een Acco-zak hun droeve lot af te wachten. Het haar van de heer, beste moeder, is proper gewassen en kan enigszins naar koffie ruiken. Vreest echter niet, het was bio-koffie, volledig in de lijnen van uw zorgvuldig uitgestippelde opvoedingsplan. Verheugd melden wij u ook dat look en ajuinen geen deel van zijn dieet zijn geworden, hoewel daar gisteren pogingen toe ondernomen zijn. Ook hondebrokken hebben het keelgat van de hoogedele niet echt weten te bekoren. Amber en Hydra kunnen dus op twee oren slapen, hun eten zal niet geroofd worden.Wist u trouwens, brave moeder, dat een kom niet nodig is om pannenkoeken te maken? Een paar bereidwillige monden volstaan net zo goed, is gebleken! De potten waar wij om vroegen vorige week, hoeft u dus niet meer apart te zetten. Wij stellen voor ze aan Sanne te geven, zij zal er wel haar weg mee kunnen.
Mogen wij u ook even melden dat het de heer gelukt is zich volledig te wassen in zijn lavabo? Te min voor een man van stand natuurlijk, maar destijds was hij natuurlijk een schacht, de douches onwaardig. Het zal de mama niet verbazen dat het zijne Driezigheid gelukt is in de pompbak te kruipen zodat geen heksentoeren gebeurd zijn om de benen te reinigen. Het schrobben van de rug bleek te veel werk, onmogelijk zelfs. Bij deze delen wij dan ook mede dat er een paar handdoeken vrij morsig zijn. Edoch, een simpele wasbeurt zou dit euvel zeer zeker verhelpen.
De cantus ofte het drinkfestijn waar de heer des avonds zijn opwachting heeft gemaakt mag een succes genoemd. Via deze weg willen wij graag de senior feliciteren met zijn goede songkeuze, al mag hij over sommige liedjes wat bijleren over de tradities. Tevens was het niet nódig om de schachten bij élk lied te laten opstaan, of wilden zij gewoon dat we een fout zouden maken? Wat hen ook gelukt is, het is uw bloedeigen zoon geweest, moeder. Gelukkigerwijs was een lichte straf voldoende voor de corona. Sommigen hebben het zwaarder moeten ontgelden: zware bieren ad fundums drinken was een straf die vaak gezien werd.


Graag willen wij u nog danken voor de appelen van twee weken geleden, zij hebben de heer en zijn gasten behaagd. Ook de verse onderbroeken zijn goed van pas gekomen. En met deze zinnen wensen wij u nog een goede dag toe. Wij hopen spoedig van u te horen.

Hoogachtend,
Dries Thielemans, koning van kamer 336

woensdag 8 oktober 2008

Op kot 2

Grutjes toch!
We zijn intussen een weekje verder en ik begin me al wat meer te settlen op de peda. Ik had besloten me niet te laten dopen, maar uiteindelijk ben ik toch bezweken onder de peer pressure en de belofte dat ik iemand anders' schoenen mocht gebruiken. Leve m'n standvastige zelf! Nu mag ik me dus donderdag weeral mooi gaan presenteren in de hoop voor niet te weinig verkocht te worden om dan over een paar weken weer even publiek vernederd te worden. Jaja, die dopen, dolle pret hoor!
Omdat het belangrijk is genoeg te bewegen heb ik weer allerhande plannen opgevat om te gaan sporten. En dit keer zal ik ze volhouden ook! Met de sportkaart van de KUL kan je heerlijk veel sporten gewoon gratis gaan doen, zodat ik eigenlijk elke dag wel iets heb dat ik wil mee gaan doen. Leren daarentegen valt heel wat moeilijker in te plannen. Voorlopig is de stand:
3 weken les
3,5 les gemist
achter voor 1/3 van m'n vakken
Maar ik zal me herpakken! Adje kijkt zorgelijk naar me tijdens de lessen Numerieke Wiskunde, maar die blik zal snel omslaan in één van verwondering!
Nu, met al die sporten die ik wil doen, kan het niet anders of er is er eentje bij waar ik niet bepaald een hoogvlieger in ben. Moeilijk voorstelbaar, ik begrijp het, maar laat me even de situatie schetsen:

We schrijven enkele dagen geleden. De immer glimlachende kapitein Ringbaard had weer es een geweldig voorstel: "kom mee turnen, Dries", zei hij, "Het wordt vast leuk!". Ik had er zo wat m'n twijfels bij, ik kon namelijk niet bepaald veel, maar na veel aandringen besloot ik toch maar mee te gaan. Peer pressure is m'n Achillespees. Nu kwam ik daar gisteren aan, samen met een grijnzend kapiteintje Ringbaard en nog twee vrienden - een voormalig turnster en een voormalig trampolinespringer - en bleek dus dat we mooi een paar oefeningen mochten gaan doen. Allemaal begeleid door twee mooie jongedames. Geweldig leuk! Het begon allemaal kalmpjes met wat rennen en springen, beetje rollen, goed te doen. En ineens, hoppaaa! Hazensprong! Op gekke manieren lopen! En natúúrlijk was ik om de één of ander reden op net dát punt in de rij opwarmers aangekomen waar al de rest gedaan heeft en kijkt wie er nog afkomt. "Ga toch wat rollen in de lucht ofzo", dacht ik, maar het mocht niet zijn. Ik mocht m'n kunstjes opvoeren met publiek.
Het is gek hoe iets wat anderen zo moeiteloos lijken te doen, zo verrassend moeilijk kan blijken. Als je die kerels zo over de mat ziet vliegen, denk je: als ik nou es m'n lijf net hetzelfde hou, moet zo'n flikflak toch een peuleschil zijn? Maar er is een verschil tussen doen en denken. Je lijf is je beste vriend tot het in de lucht is. Daarvoor doet het nog vriendelijk: "ja hoor, ik zal m'n armpjes wel toetrekken en m'n rug buigen". Maar dan, als je het nodig hebt, wordt het een laf hoopje vlees en laat het je in de steek om gewoon wat rond te zwaaien. De vuile verrader!
Het was natuurlijk niet allemaal falen wat de klok sloeg: salto kon ik wel wat en ongecontroleerd van de trampoline afvliegen lukte me ook aardig. En uiteindelijk was alles ook best grappig en was ik niet de enige turner-in-spe-die-nu-niet-meteen-een-kampioenschap-zal-winnen. Maar of ik ooit zal terugkomen?
Ik denk eerder dat er weer een illusietje minder is om in te geloven voor mij. Nog even en ik bereik misschien wel het nirwana!

donderdag 25 september 2008

Op Kot

Amai, het is weer even geleden, maar dit keer heb ik een geldig excuus. Mijn hele rustige leventje werd namelijk omvergeworpen: ondergetekende zit namelijk niet langer lekker thuis, neenee, heden bevind ik me te Don Bosco Peda, Leuven. Het is wat, op kot gaan. Zo had ik hier de eerste paar dagen geen internet, wat wel knap vervelend is. Gelukkig is dat intussen hersteld en kan ik online doen of ik tegen mensen praat op deze blog.

Zondagavond kwam ik aan, met m'n rugzakje vol thuisspulletjes en goede moed. Een paar nieuwe kookpotjes-thuis had ik ze speciaal nog es opgeblonken- hield ik apetrots in m'n handjes. Daarnaast had ik ook nog een badmatje gekregen en twee mooie grijze handdoeken. Breed glimlachend liet ik mijn nieuwe spulletjes dan ook zien aan eenieder die het wilde. Eenmaal binnengekomen in mijn nieuwe thuis viel mijn oog meteen op dé blikvanger van de hal: een visbak. Met visjes! Het kostte mijn vader verscheidene porren en een stuk of drie geïrriteerde "Dries!"en voor hij m'n neus loskreeg van het glas. Snel volgde ik pap en mam weer, vrolijk met m'n kamersleutel rondzwaaiend. Het waren veel trappen voor ik eindelijk op de derde verdieping was, maar het stoorde me niet. Terwijl m'n moeder puffend op de tweede verdieping stond uit te blazen vloog ik haar als een tornado voorbij, luid "Trappenmaaaaan!!" schreeuwend. Even later vloog ik haar weer langs, de sleutels achterna die van m'n vinger waren gevlogen en nu weer beneden lagen. Trappenman was onvermoeibaar en bereid elke sleutelbos in nood te helpen. Uiteindelijk werd ik moe en deed ik de deur van m'n kot open, waar m'n ouders intussen ook aangekomen waren. Het was een prachtkamer en wederom kostte het m'n vadere meerdere porren en geïrriteerde roepen om me van het raam weg te krijgen. Wie had ooit geweten dat je zo veel kon zien uit één simpel venstertje? Verbijsterd zat ik op mijn bed alles in me op te nemen totdat mijn ouders vertrokken. 
Het was toen dat ik instortte.


Al is dat misschien wat overdreven. We gaan er niet flauw over doen, ik zit hier best goed. De lessen zijn intussen ook weer beginnen en oh, oh, oh, wat is er weer veel speciaal leerkrachtenvolk geleverd dit jaar!
Het is nog wat vroeg om conclusies te trekken, maar sommigen profileren zich nu eenmaal zo duidelijk. Zo hebben we Adje het ratje, de kleuterleider en vast binnenkort nog veel meer...

donderdag 11 september 2008

mens sana in corpore sano

Vandaag ga ik weer es een gewone, alledaagse post doen, er valt namelijk veel te vertellen.
Ik heb namelijk weer plannetjes opgevat. Parkour staat een beetje op een laag pitje en eigenlijk kan ik nog steeds de rol niet eens deftig maar who cares, ik hou me toch bezig. Hetgeen waar ik vandaag m'n zinnen op had gezet was springtraining. Ik delf veel te vaak het onderspit bij wedstrijdjes wie-kan-er-het-hoogst-springen en nu ik wat gegroeid ben, kan ik niet langer het excuus "Maar ik ben veel kleiner en jullie hebben langere armen" gebruiken. Vol goede moed ben ik dus wat op het internet gaan rondkijken, in de overtuiging dat sprongtraining zo'n beetje publieke kennis is en dus overal te vinden is. Maar niets blijkt minder waar! Enkel boeken en cursussen die je moet betalen en dan zijn ze nog es allemaal verschillend ook! Hoe moeilijk kan het zijn om verdorie een man een beetje hoger te laten springen? Ik dacht dat ze iets in de trend van "spring 20 keer op een stoel per dag" zouden zeggen, maar nee hoor! Nooit geweten dat er zoveel spiersoorten in één kuit konden zitten en dat die dan nog es allemaal hun eigen oefeningetje nodig hebben...
Sprongtraining zit er dus voorlopig niet in, tot ik iemand tegenkom die me zegt waar ik moet zoeken of wat ik kan doen. Als dat zo is, dan doe ik over een jaar slam dunks!
Als sprongtraining niet gaat kan ik wel nog steeds aan m'n conditie werken dus bij deze stel ik voor: Dries' mega-über-training programma!
Het bestaat uit:

25-30 keer optrekken
50 keer pompen
200 keer touwtjespringen
een halfuurtje lopen

Natuurlijk lukt het me nooit al die dingen elke dag te doen, maar als ik op het einde van de week ze allemaal drie keer heb gedaan ben ik toch content:)

Verder zijn er nog vele dingen, namelijk: wie is de geheimzinnige geheime aanbidster van enkele posts geleden? Is het een grap? Haast zeker, maar is het een grap van een man of een vrouw? Wie zal het zeggen? En dan zijn er nog al die andere anonieme reageerders! Aan hen zeg ik: zet er je naam of tenminste een pseudoniem onder, veel leuker voor mij. Als geheime aanbidster gaat dat natuurlijk niet, maar goed, dat is een uitzondering die ik bereid ben te maken.

En wat is er nog? Mijn Milaanreis! Nu heb ik even niet genoeg tijd om alles te beschrijven ervan, om nog maar te zwijgen over hoe ongeordend dit bericht zou worden, maar ooit zal ik hier misschien es een kort reisverhaal zetten, misschien dag per dag, ik weet het nog niet. In ieder geval, ik was weg van 29 augustus tot 6 september met de buffel, Pietro Coricelli, de artiest en Zulu-hoofd (pseudoniemen, weet u nog? privacy, privacy, privacy...) en hier ziet u alvast een voorsmaakje van hoe Milaan kan zijn:

dinsdag 9 september 2008

Huidprobleempjes

Ik ben een ridder. Ik rust niet, ik rijd door. Op mijn trouwe ros, Magis X200, zwerf ik door de bossen van de berg Heikant, op zoek naar deernen in nood en hulpbehoevenden. De riddercode is mijn wet, God mijn aanvoerder.

9 september 2008. Ridder Dries staat op, laat in de namiddag zoals het een ridder die geen school heeft betaamt. Helemaal uitgerust is hij niet want hij heeft reeds vroeger de bedstee moeten verlaten om zijn trouwe viervoeters Hydra en Amber tot rust te manen. Doch, het deert de ridder niet en na zich gefatsoeneerd te hebben schrijdt hij de trappen af. Echter, wanneer de ridder beneden aankomt bemerkt hij een eigenaardig iets in de grote staande spiegel. Midden op zijn verheven gezicht, vlak naast zijn strenge, ridderlijke neus ontsiert een bobbeltje zijn neusvleugel. Een kleurrijk, welgevormd en ridderlijk bobbeltje jazeker maar toch, het hoort niet. Ridders hebben geen puisten, hoogstens een bad-hair day. "Op naar de medicijnman", buldert de stoere man en met een frivool sprongetje draaft hij weg.
In de kelder van het kasteel heeft de medicijnman zijn hutje. Het is een vies oord, waar allerhande flesjes staan te borrelen naast potten met dode beesten in. De medicijnman is een niet zo betrouwbaar type en men moet goed uitkijken of hij je geen vervallen geneesmiddelen geeft. De ridder heeft het niet zo voor de vieze oude man, maar hij weet dat hij niet zonder de toverkunsten van de kruidenmenger kan. Voorlopig ziet hij zich dus verplicht hem in zijn kelders te gedogen.
Wanneer de ridder binnen komt gedraafd grinnikt de medicijnman even. "Ik zie al waarvoor u komt", kraakt hij,"Laat ik eens even kijken of ik nog wat heb...". Het zint ridder Dries niets deze man verantwoordelijkheid over zijn nobele aangezicht te geven, maar hij kan nu eenmaal niet anders. "Schiet toch op, alsjeblieft", maant hij het voorovergebogen mannetje aan. Het mannetje lijkt helemaal niet op hem te letten en blijft verder in potten graaien onder het mompelen van "Ja, hier zit het ergens, ja, ja..."Plots draait het zich triomfantelijk om, een oud tubetje in zijn handen. Dries denkt het te herkennen: vroeger toen hij nog maar schildknaap Dries was, had hij het ook al moeten opsmeren. "Smeert u maar, m'n beste ridder, smeert u maar!",kraait de medicijnman. Snel grist de ridder het flesje uit de handen van de medicijnman en vlucht weg uit de kelders.
Terug in de badzaal schudt de ridder meteen het hele tubetje leeg op het bobbeltje. Ridders kennen geen mate, enkel effectiviteit. En omdat een ridder nu eenmaal een ridder is, gaat hij daarna zijn krijgskunsten oefenen met Risk. De dag verstrijkt en het avondmaal nadert, dus Dries verheft zich van z'n zitplaats in de ridderlijke tuinen en begeeft zich naar de eetzalen. Doch, er is iets mis, merkt hij. Zijn dienstvrouwen lijken hem allemaal aan te staren en uiteindelijk is het de vranke schildknaap Hans die het zegt: "Heer, u heeft iets op uw neus...". Nee, denkt de ridder, nee, het kan niet! Maar inderdaad, wanneer hij naar zijn majesteitelijke reukorgaan grijpt voelt hij dat het ridderlijke bobbeltje is uitgegroeid tot een reusachtige, op springen staande (maar nog steeds erg majestueuze) huidból! De medicijnman heeft hem beetgenomen! "Vervloekt zijt gij, gij duivelskunstenaar!", buldert de ridder en hij grijpt naar zijn zwaard. Hij rent naar de kelder en bonst de deur van het schamele hutje open. "Waar haalt gij het lef vandaan mij zo te misleiden?", buldert hij. De medicijnman is bang weggekropen in een hoekje van zijn luizige vertrekje en probeert wanhopig nog dieper weg te zakken in een hoop groenig zand. "Vergeef me ridder", schreeuwt hij, "ik wist het niet!"
Maar de medicijnman ziet hoe ridder Dries zijn zwaard hoog boven zich optilt om het dan met een zwiep te laten ronddraaien. En voor de verbaasde ogen van de medicijnman botst het bolletje neer dat zonet nog op de neusvleugel van de ridder had vertoeft. "Dank u heer, u bent te goed!", wil de medicijnman nog roepen, maar de ridder was al weer vertrokken. Zijn neus gaan ontsmetten, want het deed toch maar verdomd veel zeer.

zondag 7 september 2008

Joachim

"7...18...30"
Joachim mompelt de getallen luidop terwijl hij met z'n oude ogen de reusachtige raderen volgt die klikkend en ratelend ronddraaien. De verroeste mastodonten beslaan een hele wand van het kleine kamertje waarin Joachim woont. Op elke andere muur staan cijfers geschreven in een onoverzichtelijke wirwar, tot tegen het lage plafond. Een kamer met een plafond waar hij zich net niet tegen stoot en muren vol slordig geschreven cijfers, dat is Joachims wereld. Een deur is er niet, maar dat hoeft ook niet voor hem. Hier voelt hij zich thuis. Intussen zijn de raderen gestopt met draaien. Joachims verrimpelde handen grabbelen naar een beduimeld papiertje in zijn zak. "7...18...30", herhaalt hij nog eens terwijl hij met z'n vingers langs het vod strijkt. Vervolgens schudt hij z'n hoofd en verstevigt hij z'n greep om de ijzeren paal naast zich. Net op tijd, want even later gaat er een schok door het lichaam van de kleine man. Spieren, veel groter dan je zou verwachten van een man op zijn leeftijd, bollen op onder zijn groezelige shirtje. Elvis Lives, staat erop, boven een zwartwitfoto van de rocklegende. Er komen nog een paar schokken waarbij het hele kamertje meeschudt, maar Joachim houdt stand en even later is alles weer rustig. De greep van de sterke armen verslapt weer en Joachim zucht even diep. De spieren van zijn armen lijken te branden. Weemoedig denkt hij terug aan vroeger, toen hij sterker was. Toen bewoog de dikke ijzeren paal amper een millimeter wanneer er een schok kwam. Tegenwoordig heeft hij het steeds moeilijker zijn greep te behouden op het gladde ding. Hij kijkt even naar z'n voeten, die met een lange ijzeren ketting zijn vastgeklonken aan een ring in de grond. Rondom de boeien is de huid van zijn enkels helemaal weggeschuurd. Waarschijnlijk zou hij de oude, roestige boeien wel kunnen stuktrekken, maar daar heeft hij nooit de behoefte toe gevoeld. Joachim is een plichtsbewust man, altijd geweest. Hij probeert zich te herinneren hoe hij hier alweer terechtgekomen is, maar kan het niet. Is dit een straf? Wat zou hij ooit gedaan hebben om hier geplaatst te zijn? Hoe hard hij ook z'n best doet, hij kan zich niets voorstellen van zijn leven voor de kamer. Voor zolang hij zich kan herinneren is hij hier altijd geweest, met als enige bezit het voddige papiertje en een lege stift, die in een hoekje van het kamertje ligt. Zijn gedachten worden plots onderbroken door de raderen die weer aan het klikken en het ratelen gaan en snel schieten Joachims ogen naar de draaiende tandwielen. De wielen draaien snel, bijna té snel voor zijn oude ogen. Joachim moet steeds meer moeite doen de wielen duidelijk te zien en het besef dat hij op een dag blind zal zijn heeft zich al lang een plaatsje ingevreten in zijn hoofd. Maar wat Joachim nog veel meer beangstigt is de gedachte aan het vergeten van het geheim. Het papiertje in zijn zak waarop het ooit stond is allang onleesbaar. Toch haalt hij het altijd weer tevoorschijn als het tijd is, alsof hij het reliëf van de verdwenen inkt nog kan voelen. Tot nu toe is hij altijd in staat geweest het geheim te onthouden, maar zijn geheugen laat hem steeds meer in de steek. De gedachte dat hij het ooit misschien niet meer zou weten maakte hem vroeger zo bang dat hij vaak naar de stift greep om dan overal waar hij kon dezelfde drie cijfers op te schrijven: 25,4,29. Eerst was hij bij één muur gebleven maar algauw begon hij de anderen ook vol te schrijven, en uiteindelijk zelfs zijn armen en benen, tot de stift leeg was. "5...19...8", mompelt hij wanneer de raderen weer gestopt zijn. Snel haalt hij het papiertje weer uit zijn zak en wrijft erover. Hij is niet gek, dat weet hij zeker. Gekken bonken hun hoofd tegen de muur, vergeten hun plicht. Hij niet, Joachim is alleen maar voorbereid. Hij verstevigt zijn greep om de ijzeren paal weer en zet zich schrap. Daar is de schok weer, maar deze keer lijkt Joachim helemaal niet zo standvastig. Hij is moe, zo moe. Tranen staan hem in de ogen wanneer hij de paal probeert tegen te houden. De strijd is oneerlijk en hij voelt hoe zijn grip steeds zwakker wordt. Uiteindelijk valt hij uitgeput achterover en ziet hoe de paal in de hoogte verdwijnt. De klap van zijn val was aardig hard, maar Joachim lijkt het niet te voelen. Zijn beeld wordt steeds zwarter als hij bedenkt dat hij heeft gefaald. Het mocht niet, de cijfers waren verkeerd! Het mocht niet, het mocht niet, het mocht niet! De tranen lopen nog steeds over z'n wangen wanneer zijn adem stokt en even later helemaal stopt.

Ergens in Leuven wandelt een jonge crimineel fluitend weg van een leeggeroofd kastje, een open hangslot ernaast.


(Naar een idee van Jan Cox)

woensdag 20 augustus 2008

Even kort

Even weer een gewoon serieus bericht over hoe het staat in Driesville.
Om te beginnen: mijn punten van het tweede semester. Ik had ze nog niet hier gezet omdat ik dat maar stoeferij vond, maar aangezien er mij nu expliciet om gevraagd is en ik er toch trots op was, voila:

Analyse II: 17
Kansrekenen en statistiek: 19
Elektriciteit en Magnetisme: 17
Thermodynamica: 17
Informatica: 16
P&O II:16
Wijsbegeerte: 14

En toch werk ik voor 7.42€ per uur in de Danone...
Gelukkig is er mijn Dano-prinses.

Goed, verder is er méér. Ja méér, jeuj, meer, vertel meer! Goed dan.
Ik heb er weer een projectje bij. Het bij een gezelschapsspelenclub gaan is mislukt, net zoals het actief meewerken aan Revue 2009(kan nog komen, kan nog komen!) en de schaakclub heb ik ook maar niet gedaan. Maar nu ligt er wat cools in het verschiet! Iets zeer cool, misschien onmogelijk, maar hey, wat is het leven zonder uitdaging? Aangezien mijn goede vriend, Hans, me suggereerde dat ik het misschien eens als een ridderverhaal moest aanbrengen, aangezien al mijn plannetjes wel wat weg hebben van queestes, heb ik het zo gedaan. Meer leest u dus over mijn grootse plannen in mijn volgende postje.

goed, eigenlijk heb ik dus niks gezegd, jammer, jammer, maar da's niet erg want ik zit toch met een writer's block. Het is makkelijk losse zinnen te maken, maar achter je toetsenbord kruipen en iets goeds schrijven is werkelijk moeilijk. Vooral omdat je telkens wanneer iets af is, betere ideeën krijgt, die je, wanneer je ze uitprobeert, toch niet helemaal zo getypt krijgt als je ze wou. Proberen mooi te schrijven is verdomme knap lastig. Daarnaast is er nog iets.Want aangezien er nu al wat meer volk m'n blogje volgt dan in het prille begin (toen 0, nu wel 9!!! Suck on that, Perez hilton!) mag ik niet schrijven wat ik wil! Het mag niet persoonlijk zijn, noch slecht, noch onaf. Ah, prestatiedruk!
Het heeft wel wat weg van het gekende plas-druk-probleem. Maar dat is misschien iets voor later.

Goed, als laatste, want met te schrijven kom ik op ideeën voor nieuwe dingen waar ik aan wil beginnen, dus moet het kort: mijn blog is lelijk. Als ik kijk naar die van anderen hebben ze altijd mooie headertjes en zijvakjes en allerhande snufjes. Hoe doen die dat?! Het is oneerlijke concurrentie verdorie! Zij met hun toeters en bellen en ik heb enkel een gratis tellertje...
Computerkenners, verenigt u en helpt mijn lelijke blogje!

Soms ben ik een ridder

Ik ben een ridder. Ik rust niet, ik rijd door. Op mijn trouwe ros, Magis X200, zwerf ik door de bossen van de berg Heikant, op zoek naar deernen in nood en hulpbehoevenden. De riddercode is mijn wet, God mijn aanvoerder.

Woensdag 20 augustus 2008. Ridder Dries schrijdt door de lange hallen van zijn kasteel. Vermoeid denkt hij terug aan de vele queestes uit het verleden. Velen ervan zijn mislukt, zoals het bij een schaak- en gezelschapsspelen club gaan. Maar dat is niet erg, ridder Dries is een man van woorden, niet van daden. En al bij al zijn dat soort dingen geen riddermateriaal, een ridder is geen nerd. Maar een nieuwe queeste heeft zich intussen opgedrongen aan onze held. Het nieuwe jaar komt eraan, dus zit hij met een probleem: het wordt tijd om een sport te gaan doen. Een ridder moet ook aan zijn fysiek denken. De ridder zit vol ideeën en vertelt ze vol overgave aan zijn trouwe verwanten:
bij een improvisatieclub gaan
hiphopdansen, maar niet het meisjesachtige, het coole, voor ridders
tennissen
kung fu
En niet te vergeten: parkour.
Maar ach, onze ridder wordt niet begrepen door zijn familie. Edoch, een queeste is een queeste, dus haast hij zich naar buiten, alwaar de dappere man parkour zal leren. Op zijn eentje. Een ridder kan dat. "Aanschouwt mij ende zijt verbaasd", schreeuwt hij, waarop hij zich van het muurtje in de tuin stort en in een oorverdovend geraas van klengelend ijzer neerkomt. "Een beginnersfoutje, meer niet!", schreeuwt hij nogmaals en daar gaat hij al weer. Ditmaal kiest de ridder voor het gras onder het bergje in zijn kasteelhof en met een woeste schreeuw springt hij naar benee. Gefaald, wederom, maar nog brengt het hem niet van z'n stuk. Met gedeukte borstplaten en een akelig spannend kuras rolt en rolt hij.
Dan besluit onze held het weer wat hogerop te wagen. Van de berghelling springt hij, rolt hij, de perfectie nabij, tot daar plots hetgeen gebeurt dat er al lang onvermijdelijk zat aan te komen: Hydra, de trouwe viervoeter van de heldhaftige ridder, beslist dichter bij haar meester te komen. Een voet raakt haar vol in de rug, waarop Dries zich genoodzaakt ziet te stoppen. Voorlopig moet deze ridder even rusten. Maar morgen is er weer een dag, en daarna weer een.
Beeft wereld, beeft, want ridder Dries rolt in zijn tuin!

dinsdag 19 augustus 2008

M'n Dano-prinses

De Danone-werkplek is een gevaarlijk oord: naast onstabiele paletten, verraderlijk trappen en immer alerte ploegbazen krijg je er dagelijks te maken met nog veel grotere verschrikkingen. Zo is er het losse dekseltje, de slechtplakkende sticker of, ieders grootste vrees, het onvolledige pakketje. Velen heb ik zien sneuvelen door de handen van deze booswicht, veel te veel.
Gelukkig heb ik veiligheidsschoenen aan. Getest door mijzelf en vrienden met een baseballbat. En een hamer. Want wat is er nu leuker dan op je eigen voeten meppen met een zware hamer en geen pijn voelen?
Maar op de werkvloer is het niet alleen gevaar dat op de loer ligt. Soms worden we beslopen door iets heel anders. Liefde, l'amour,...

Echte schoonheid is zeldzaam, zegt men. En wie het vindt mag zich gelukkig prijzen. Wie zou zich dan ooit voorstellen dat men zoiets in een plek als Danone kan tegenkomen?
Zoals ze naar me kijkt van de overkant de zaal, zoals haar handen stilvallen wanneer m'n ogen de hare vinden. En hoe dan even alle zorgen verdwijnen. 's Morgens kan ik haar stem al horen galmen, die ongelooflijke rauwe, sexy stem van haar. Dan ril ik even en ga door. Het is makkelijk werken nu. No stress. Mary-Lou, m'n Dano-prinses.
Later zetten we dan deksels op potjes, of plakken we stickers. Hoe haar handen bijna de mijne raken, hoe ze vloekt op haar slechtplakkende stickers of me op de vingers tikt vanwege m'n slechte plaatsing...Hoe kan ik me ook concentreren, Mary-Lou? Laat ons de stickers vergeten en dansen door de hal. Maar ach, wat denk ik nu toch? Nooit zal dit gaan, stel je voor dat iemand het ziet! De schande zou ondraaglijk voor je zijn, koningin van de werkvloer. Want ik ben maar een contractmedewerker, metselspecie ...
En jij, een fundament, Dano-royalty.

(Hier en daar karamellenrijmpjes, ik weet het, maar kom, het moest hier en daar wat rijmen en het wilde niet helemaal vlotten)

dinsdag 12 augustus 2008

In Danone is geen plaats voor fouten

Gisteren kreeg ik telefoon van een vriendelijke dame van ManPower. Ik mocht gaan werken bij Danone! Geinig, geinig, geinig, dacht ik. Dus ik deze morgen om 5.45 als een veer uit m'n bed gesprongen, nog een beetje overgebleven verjaardagstaart - schaamt u, degenen die 10 augustus vergeten, schaamt u diep! - gegeten en met een broodtrommeltje, gevuld met m'n boterhammetjes met kaas en salami voor 's middags, naar het Danone-complex geracet. Eenmaal daar eengekomen mocht ik al meteen de toer van het gebouw maken om bij de fietsenparking te komen, ik mocht me zelfs een stuk of 3 keer kenbaar maken als géén terrorrist zijnde!
Maar goed, dat was allemaal nog niet het beste stukje. Jaja, het wordt spannender!
Eenmaal binnen keek de verantwoordelijke es goed naar mij en ik zag hem gewoon denken: die geef ik een belangrijk taakje. Geen wonder dan ook dat ik mocht checken of de dekseltjes wel goed op de potjes Danio zaten. Met een brede grijns en een opgezette borst kwijtte ik me dan ook van m'n taak: doosje per doosje nauwkeurig inspecteren en moord en brand beginnen schreeuwen als er een dekseltje ontbrak zodat iedereen goed wist wie er waar fouten had zitten maken. In een bedrijf als Danone is geen plaats voor fouten. En ze hadden er goed aan gedaan mij die eruit te laten ziften. Al snel was dit werk gedaan en nadat de rondgeslingerde potjes Danio waren verwijderd - soms was er meer dan schreeuwen nodig om m'n punt duidelijk te maken - zette de verantwoordelijke me aan het werk in een hoge sector.
Wegens mijn hoge betrouwbaarheid mocht ik nu zelfs met geld omgaan. Kortingsbonnen plakken op potten Vitalinea 0% , dat laat je niet door iedereen doen. Er passeerde wel 500€ aan korting door deze handjes en niets heb ik gestolen, niets! Dat was heel wat Vitalinea 0% geweest hoor! Maar goed, ik plakte lustig kortingetjes op de potjes, terwijl ik voelde hoe de rest afgunstig naar me keek. De pottentoedoeners en de checkers, de vorkliftrijders, de etikettenplakkers. Gepeupel.
Al snel was het echter pauze en tot mijn grote vreugde was er een ruim GRATIS assortiment Danone-productjes voorhanden voor de hongerige werknemer! Onder het slaken van zachte gilletjes ben ik dan ook een proefmarathon begonnen, van Danette Speeltijd tot Actimel Kersensmaak. Met een glaasje water en een verzaligde glimlach.
Goed, mooie liedjes duren niet lang en al gauw stond ik weer aan m'n kortingsbonnen. Gelukkig had ik ze nageteld zodat ik kon zien dat er eentje van de 572 verdwenen was! Ik haalde er meteen de verantwoordelijke bij, die me vervolgens koeltjes wees op het bonnetje aan m'n voet. Ietwat beschaamd heb ik dat dan rap weggeplakt, maar volgens mij heb ik toch m'n devotie laten zien, want even later werd ik weer gepromoveerd. Tot Actimelknijper! Wat een eer, wat een eer, ik zat weer in de foutensector! Ik kreeg doosjes Actimel aangereikt die ik aan stukken mocht rijten om vervolgens in de flesjes te knijpen en zodoende slecht vastgemaakte dekseltjes op te sporen. Er was me gezegd dat het niet heel hard hoefde, maar "In Danone is er geen plaats voor onzekerheid" zei ik, waarop ik keihard in een potje Actimel Aardbei kneep, om zo aan te tonen dat beter de werknemer naast me vol Actimel hing dan een gewone klant. Die bepaalde collega had achteraf wat extra overtuigingskracht nodig om mijn actie te begrijpen, maar nadat ik het hem nog een paar keer had getoond begreep hij de noodzaak van stevige potjes Actimel en respect voor je medewerker. Alsook het belang van een droge broek, want 5 flesjes Actimel drogen zo snel niet.
Nu goed, na al het vrolijk rondrennen met lekke flesjes Actimel om er de foutenmaker mee op z'n gebreken te wijzen, kwam er uiteindelijk een einde aan de dag. En daar stopt voorlopig mijn Danone-avontuur.
Maar als het van mij afhangt ga ik terug.
In Danone is plaats voor mij.

donderdag 10 juli 2008

Als ik naar huis fiets op een voorzichtige lentenacht






















Als ik naar huis fiets op een voorzichtige lentenacht
Dan hangt er in de lucht
een belofte op sterren
De nacht geurt naar schoonheid
Her en der doorspekt met houtvuur

Mijn fiets kraakt en piept, maar ik hoor het niet
In m'n oren fluisteren zangers uit vervlogen tijden
liedjes die het lelijke overstemmen
En ik neurie zachtjes mee
Want niemand hoort me

Er zijn geen auto's op de weg
en rondom me is er enkel het oker van de straatlantaarns
dat alles tot een foto maakt
Een sepia-afdruk van een wereld
heel anders dan die van overdag
een stomme film waar ik even in figureer
Passerende fietser, nu

En enkel jij in m'n hoofd
Jij, jouw, je hele, volmaakte gij
en ik
Hoe we hier samen konden liggen in deze
nacht net koud genoeg
om bij elkaar warmte te zoeken



maandag 7 juli 2008

Rock Werchter 2008

Vier dagen loeiharde muziek, schaars geklede mensen, de geur van verschaald bier en pis met schakeringen van oriëntaalse en binnenlandse keuken, Rock Werchter, het stond er weer!
Omdat dit festival voor ons arme studentjes steeds duurder wordt, greep ik dit jaar dankbaar de kans om als medewerker aan de slag te gaan. Met de scouts nam ik nu eens plaats achter tapkraan, dan weer achter kassaraampje en pikte ik hier en daar wat optredens mee. Een paar eerste indrukken van de voorbije 4 dagen:

De toiletten
Iedereen die al es op Werchter geweest is kent het: het Dixie-doolhof. Honderden port-o-potties opgezet in een heus minidorpje, enkel en alleen gewijd aan het ontlasten van de mens! Iedere keer weer maakt dit excretie-paradijs een diepe indruk op me. Wie hier zijn gevoeg doet, voelt zich één met het festival, de pot als het ware een soort poort naar het hogere begrip. Hier komt een kakker tot rust.
Maar er is een addertje. In dit fecale rustoord kakt men niet helemaal ongestoord, er is namelijk het papier... Elke ervaren kakker kent het papier, zijn noodzakelijkheid, zijn heerschappij over de schijtende medemens, zonder hem zijn we niets. En vooral in Werchter laat de heerschappij van het papier zich maar al te goed voelen. Je krijgt er namelijk geen rolletje op de pot, zoals de gewoonte is in Rotselaar, in de plaats daarvan staan aan de ingang een paar vriendelijk glimlachende meisjes in medewerkersoutfit klaar om ieder bezoeker te voorzien van het nodige tissue. Glimlachende meisjes zijn over het algemeen ok, op het merendeel van de plaatsen zie ik ze zelfs graag komen, maar bij het toilet?! Om het met de woorden van Coupling-personage Steve te zeggen: doorheen de jaren zijn mannen steeds verder verdrongen door vrouwen tot al wat we nu nog over hebben: het toilet. Als de man kakt, is hij op zijn gemak. Hier is de man op z'n meest kwetsbaar.
Misschien moet ik dit even verduidelijken met een voorbeeld: na een stevige oesterschotel (nieuw op Werchter dit jaar!) en een stuk of wat pintjes voel je het binnen in je buik borrelen: tijd voor een bezoek aan Dixiedorp! Voor je gaat moet je natuurlijk dus je papier gaan ophalen. Moeilijk in te schatten hoeveel je nodig hebt, dus neem je misschien maar beter ineens genoeg? Het toiletrolmeisje kijkt je glimlachend aan terwijl je wc-papier afrolt. En blijft rollen. En blijft rollen. Misschien moet je een mopje maken om de sfeer te verzachten? "Jaja, dat festivaleten he", breng je er ietwat onhandig uit. Oh jee, slecht idee, nu lijk je helemaal een acute diarreelijdende stinkerd! Had je maar van die oesters afgebleven! Wat ongemakkelijk glimlachend nu kijkt het toiletrolmeisje hoe je haastig verder blijft rollen. Blozend vertrek je uiteindelijk met het kluitje papier (veel minder dan je eigenlijk wou) stevig in de hand geklemd.
Een eerste hindernis zijn we intussen voorbij.
Maar hier houdt het niet op! Schueremans vond waarschijnlijk dat enkel de dappersten aller mannen mochten kakken, dus bedacht hij nog een list: het is onmogelijk te zien of een kotje op slot is of niet! Een klein obstakel natuurlijk, maar toch zit je ietwat ongemakkelijk op de pot, omdat je twijfelt of je je hokje nu eigenlijk wel écht op slot hebt gedaan. Als je het langs buiten al niet ziet, hoe weet je het dan zeker aan de binnenkant?!
Maar goed, uiteindelijk gebeurt wat moet gebeuren. 500 gram later komen we aan bij het laatste stadium van het bezoek. En nu worden we geconfronteerd met de fouten van onze oorspronkelijke keuzes. Dat stevige kluitje papier slinkt verbazingwekkend snel, veel sneller dan zou mogen! Rantsoeneren!!! Steeds minder velletjes per keer, steeds meer keren plooien en steeds maar bidden dat je toekomt, het is zweten in de Dixies. En dan gebeurt het ondenkbare: het laatste velletje dient zich aan, maar volstaat niet... Wat nu? De mens is inventief dus gaan we op zoek naar iets bruikbaars. Zolang mogelijk probeer je de gedachte weg te houden, maar uiteindelijk kan je er niet omheen. Die vuile (van schoenen, laat het alsjeblief modder van schoenen zijn!) velletjes op de grond zijn de enige optie van de man zonder papier.
Ziet u nu, beste lezer, het gevaar van het op voorhand kiezen van papier? Het Dixiedorp is een oord van rust en zen, maar wordt geplaagd door de vreselijke tirannie van het toiletpapier...

Bellen blazen

Je ziet het steeds vaker tegenwoordig: mensen met bellenblazers. Op festivals of soms zelfs gewone fuiven kan je ze ineens bellen zien blazen. Sfeerscheppen, heet dat. Nou, misschien ligt het aan het feit dat de eerste mensen die ik dit zag doen, nu niet meteen m'n beste vrienden waren, maar persoonlijk heb ik het echt niet voor dit gebruik. Als kind kan je bellen blazen zoveel je wil, of zelfs als je groter bent, op je alleentje, als er niemand kijkt, mij een zorg, maar laat ze alsjeblieft thuis als je naar Rock Werchter komt. Zeker als je ouder dan 40 bent. Jonge pubertjes ok, doen jullie maar, speciaal doen is nu eenmaal jullie wens. Maar zaterdag zag ik een dame van ver boven de 40 belletjes blazen en echt, het was geen zicht. Een overjaarse hippie met een kinderspeelgoedje.
Nu wil ik niet helemaal negatief doen: op zich zijn die zwevende belletjes wel leuk om zien, maar ik weet niet waarom, ik kan het echt niet zien: mensen van boven de 15 met een bellenblazer, het spijt me, ik kan jullie moeilijk uitstaan.

Misschien ben ik wat te hard, maar goed, een gematigd bericht is een saai bericht

Zatte mannen
Zoveel als ik bellenblazers veracht, zo cool vind ik de typetjes die je altijd ziet rondlopen op Werchter. Speciale vermelding dit jaar voor de man in wielertrui die, als je de gitarist van een optredende groep niet kon zien, met graagte z'n plaats verving. Misschien was hij dronken, misschien stoned, in ieder geval, de kale man speelde luchtgitaar voor eenieder die het zien kon.
Wie zagen we nog? Een dikke streaker, die vrolijk juichend door een uitgelaten menigte hoste (wat zou er toch van de jolige dikkerd geworden zijn intussen?), een heleboel deernes in netkousen en ander ondergoed, geschilderde mensen, gemaskerde mensen, een Hollander die me elke keer vroeg of het ging regenen,...
Dát is sfeerschepping!



En dit noem ik dan het einde van deel 1. Vier dagen, da's veel gebeurtenissen, waar ik veel over kan zeggen. Misschien bespreek ik de muziek zelve nog of iets heel anders, we zien wel. Voorlopig iedereen een goede vakantie toegewenst.

dinsdag 10 juni 2008

nog steeds examens...

We zijn intussen enkele dagen verder en, zoals gewoonlijk, heb ik weer m'n mening mogen herzien over bepaalde vakken. Beste heer Heysse, u bent uit de gratie gevallen wegens het werkelijk abominabele niveau van hoofdstuk 5.
Aan de vriendelijke jongeman, die ons allen attent maakte op het bestaan van de uiterst smakelijke website kakken.nl onder het mom van samenvattingen filosofie, u weze ook gedankt: ik denk dat ik enkele van de tips, vermeld op de betreffende webstek, goed heb kunnen gebruiken. Vooral het deel over de relativiteit van de fecale materie en het verband 'rectaal georienteerd taalgebruik- exacte wetenschap' was erg verhelderend. Ik denk dan ook dat het schoolcollege vergenoegd zal zijn te zien welk een inzet u tentoon heeft gespreid bij het aldus helpen van uw medeleerlingen. Misschien krijg je wel een pluspuntje?

Al bij al was het examen Wijsbegeerte niet verrassend: 4 vragen waar we in totaal zo'n 1400 woorden over moesten spreiden ( "JAAA, je mag gerust een beetje meer of minder, meneertje vragensteller!" wist een attente leerling nog als tip te verkrijgen bij Timmie), het type vragen waar je zo'n beetje heel de cursus voor kunt kopiëren en nog steeds geen sluitend antwoord hebt gegeven. Maar ach ja, het blijft wel aangenaam, zo'n examen invullen. Twee zinnetjes op je kladblad schrijven, beseffen dat je daar je tijd niet aan wil verspillen en meteen alles op je examenkopij schrijven, in de hoop dat je eerste versie een goede is, eventjes door het raam kijken, zien dat er mensen op het dak staan, je afvragen wat die in godsnaam van plan zijn, een halfuurtje later beseffen dat er nog drie vragen waren en toch nog ruim op tijd klaar zijn. Zó hoort een examen te gaan!
Thermodynamica was echter een pak minder relaxen. De aloude techniek van het meteen in net schrijven had me weer es goed liggen: een hele pagina met twee vragen op heb ik mooi in het paars gearceerd met een verwijzing naar een mooiere versie op het kladblak erop gesuperponeerd. Merken dat je misschien toch je theorie ietsje beter uit je hoofd had geleerd in plaats van op eigen redeneringsvermogen te vertrouwen (en dat meteen ook maar even goed te overschatten, waardoor je je zwetend elke stap met moeite weer voor de geest probeert te halen) werkt ook niet altijd stimulerend.
Een attente leerling had ook dit keer weer een vraagje, maar de snoodaard liet ons niet meeluisteren, want hij kon wel eens iets 'verklappen'!
Oh god nee, wat zou dat sneu zijn, dan zou de verrassing er helemaal af zijn! Ik stond mezelf dan ook toe een licht onderdrukt kreetje te slaken toen ook ik Patje's verrassing tevoorschijn zag komen. Nou zeg, een rendement van 66,6%, jij gekkerd!


Nog 4 te gaan en dan kan ik weer gaan leven...

dinsdag 3 juni 2008

Een nieuwe held

Beste lezers, het is weer zover, ik ben weer moeten beginnen studeren en u weet wat dat betekent. Inderdaad, voorlopig hou ik het bij eindeloos klagen over slechte cursussen, onduidelijke slides en dikke turven. Oninteressant misschien, maar ik moet ergens m'n frustraties kwijt en daarbij, ik vermoed dat er hier of daar wel een burgerlijk ingenieurtje zich zal herkennen in mijn miserie.
Goed, ik ben dus weer begonnen aan mijn 35-daagse marathon van sociaal isolement, dit keer met twee geheimen: Biocure Intellect (met Ginseng, ginkgo biloba en Omega 3!) en Aquarius Rehydration (met 5 vitaminen, mineralen en kraantjeswater!). Ik zal ze nodig hebben ook, want zo'n beetje iedereen die ik ken is al veel vroeger dan ik begonnen en telkens ik met ze spreek lijken ze duizend keer zo voor te staan als ik.
En waarom gaat Driesje traag? Omdat ik wéér in die geweldig goed geschreven boek van Patje de onbegrijpelijke moet lezen! Even dacht ik dat het enkel die eerste paar hoofdstukken, maar nee, het zal een tijdelijke bevlieging geweest zijn: tegen hoofdstuk 6 vliegen de partieel afgeleiden weer in het rond.
Verder is er nog een cursus analyse die me ook al vrij snel koud liet, en een hele mooie slidereeks over electriciteit en magnetisme die eigenlijk enkel interessant is zolang ze niet van het bijgeleverde boek afwijkt. Iets wat jammer genoeg in de laatste hoofdstukken helemaal niet zo is. "Het boek was niet volledig genoeg". Leuk, kan ik mooi naar prentjes kijken zonder te weten wat ik eigenlijk zie. De slides van E&M zijn eigenlijk als een soort raad-je-plaatje in deze hoofdstukken: je krijgt een geinig uitziend tekeningetje met (als je geluk hebt!) een tip, vaak in de vorm van een wiskundige formule. Vervolgens bestaat de opdracht er dus in te turen naar het prentje tot je een plausibele verklaring ervoor bedenkt om die er dan zo snel mogelijk naast te pennen. Degene die het snelst overal wat heeft wint, echt hopies pret.

MAAR!!!
Ik ben niet speciaal op dit ontieglijk vroege uur wakker om te klagen! Ik heb namelijk een nieuwe held! Ik mag hem dan in het jaar vaak verwenst hebben, ik mag hem verweten hebben dat zijn lessen zoveel interessanter konden, ik mag hem zelfs Potteke Mayonnaise genoemd hebben en hij mag zelfs een van de lelijkste powerpoints ter wereld hebben ( een verdiende tweede plaats naast de kleurrijke ultra-fag gedrochtjes van Joosje Vandewalle),bij deze neem ik dit alles terug:

Tim Heysse, kom hier dat ik u aan mijn hart druk!

U bent namelijk de allereerste bij wie het een plezier is in z'n cursus te lezen. Het doet deugd zinnen te lezen zonder afkortingen of symbolen. Het doet deugd alinea's te lezen die niet om de haverklap onderbroken worden door differentiaalvergelijkingen. Het doet deugd hoofdstukken te lezen met een deftige lay-out; hoofdstukken waarin nota bene is nagedacht over de volgorde van het aanbrengen van ideeën. En het doet vooral deugd eindelijk eens een cursus te lezen die eindelijk een beetje volgens de regels geschreven is. Ziet u, meneer Wollants, een hoofdzaak voor elke alinea, het kán! Verwijswoorden, ze bestaan dan toch nog!
Tim Heysse, uw powerpoints mogen nog zo lelijk zijn, moest iedereen zo'n goede cursussen schrijven als u, het studeren zou veel aangenamer zijn.


Dit gezegd zijnde, ik ga nog wat prentjes kleuren in m'n slides van Electriciteit...

zondag 25 mei 2008

Dima Bilan doorprikt!

Eurosong was gisteren op tv en ook al zijn er velen tegen, het was weer een geweldige show. Naast de stereotiepe draken van nummers, de vaker niet dan wel geslaagde tongue-in-cheek nummertjes(een onverstaanbaar zingende kalkoen met slechte muziek op is niet grappig, sorry Ierland!) en hier en daar nog wat geks, waren er dit keer toch ook weer een paar leukere liedjes bij.
De Franse inzending, Divine van Sébastien Tellier, was hier zeker een van. Een song die pretentieloos, maar dan ook weer heel mooi is met een geslaagde act. Jammer genoeg dachten de Oostblokkertjes hier anders af en hoppa, de Fransozen werden met een 19e plaats naar huis geflikkerd. En dat terwijl dit lied een favoriet lijkt van de Vlaamse radiostations, wat moeten die arme mannen van Ishtar wel niet gedacht hebben? Velen
stonden meer achter Frankrijk dan achter hun eigen landje. Getuige hiervan mijn hoonlachende medeleiding van de scouts wanneer ik zeg dat ik Ishtar best wel ermee door kunnen vind.

Maar goed, ik kan hier beginnen uitwijden over elk liedje dat ik best OK vond, maar omdat dat me teveel tijd zou kosten en ik morgen met Maple moet leren werken, ga ik het houden bij dat ene liedje dat blijkbaar toch het hardst bleef hangen, de winnaar.
Dima Bilan brengt ons "Believe", een pakketje van song, ADHD-violist en kunstschaatser. Kan niet missen.

Na enige luisterbeurten denk ik dit lied door te hebben. Wat eerst een onschuldig vermaaknummertje leek over de kracht van het geloof is heel wat anders gebleken! Dit nummer, beste lezers, is niets minder dan een ode aan de geneugten van het gangbang-gebruik! Pas op, ik heb daar niets tegen, maar ze moeten het me zo niet onder de neus wrijven.
Laat ik u even minuut voor minuut tonen wat ik bedoel:


Het lied begint stil, al wat we zien is een silhouet tegen een witte ondergrond. Voorlopig nog geen vuiltje aan de lucht dus. Maar even later zien we hoe het silhouet wil beginnen zingen en iets naar de mond brengt. Voor de leek een microfoon, voor het geoefende oog van een estheticus een fallussymbool. Al in het prille begin van dit lied zien we die innerlijke strijd tussen onschuld en vertier die zich in de protagonist, Bilan, afspeelt.
Nu ontspint zich een spel van afstoten en aantrekken tussen de zanger en zijn 'microfoon'. Een wisselwerking ontstaat. We zien twijfel, toehappen en dan toch weer terugtrekken, tot opeens Dima zich op de rug draait, zich als het ware overgeeft aan wat hij wist dat ging komen, waarop zijn antagonist op het podium verschijnt: een zwierige violist. Na een periode van twijfel zien we Dima zich geven, schénken aan de man achter hem. Beiden blijven, dierlijk als het ware, op de knieën zitten en beginnen, door elkaar geïnspireerd, aangewakkerd, zich meer en meer te geven voor hun song. Natuurlijk weten wij, esthetici, wel beter dan dat en zien we hier duidelijk genoeg die 'song' overdrachtelijk geïnterpreteerd moet worden. De talloze verwijzingen naar sodomie en misbruik liggen er dan ook dubbel en dik op. De viool, een eeuwenoud symbool van ruige sex, is hier nog het minste voorbeeld van.
Let u er hier ook vooral op hoe Dima volledig in het wit gekleed is, de onschuld zelve, terwijl de violist wordt getypeerd door een zwart hemd onder wit kostuum: een vermomming! Het wordt steeds duidelijker dat de violist niets meer of minder voorstelt dan een wolf in schapenvacht: hij probeert met zijn enthousiaste gespeel onze witte held mee te lokken in zijn web van schandelijkheden.
Lang lijkt Dima, ons prototype van de vermoorde onschuld, hieraan te weerstaan, maar na een kleine 2 minuten zien we hem toch toegeven, naar de violist toestappen, die met een voldane glimlach zijn kompaan ten tonele roept. Voor onze ogen begint een blonde kunstschaatser Dima openlijk te verleiden, aangevuurd door het duivelse gespeel van de violist, die steeds meer in een trance lijkt te komen. Zien we hier een verwijzing naar het gebruik van verdoven middelen? Schrikt u niet, u bent niet de enige die hierdoor geschokt is.
Wie goed kijkt, kan op die moment ook op de achtergrond een tweetal vrouwelijke silhouetten ontwaren. Bijna onzichtbaar op de achtergrond staan zij, zingen zij., een zeer krachtig symbool. Ze proberen Dima te weerhouden, maar hij heeft allang geen oog meer voor hen.
Deze schaamteloze metafoor voor manipulatie van een onschuldig zieltje gaat nog even door tot we rond 2:32 bij een hoogtepunt aankomen. De duivelse violist en zijn verachtelijke danser hebben hun doel bereikt. Dima geeft zich duidelijk gewonnen en grijpt naar de schouder van zijn tegenspeler, de schaatser. Deze draait zich meteen triomfantelijk om, doet een huiveirngwekkend vreugdedansje en alles lijkt in een stroomversnelling te komen.
Een vrouwelijk kreetje, een hypnotiserende pirouette zijn we verder en alles wordt nu duidelijk, een beetje expliciet zelfs. Dima scheurt zich de kleuren van het lijf en ontsteekt in kopstem. Wie brengt nu niet deze hoge stem in verband met het verlies van mannelijkheid, het keihard worden ontnomen van alle trots? Alle spelers vallen nu op de knieën neer en als in een laatste kreet om hulp werpt Dima zijn hand nog uit. Maar het is al te laat, hij zit al te diep in het net van de twee maniakken en daarom verbaast het ook niet dat de uitgestoken hand uiteindelijk verandert in een uitnodiging om mee te doen. Dima Bilan heeft zich overgegeven aan de duivelse genoegten van het dubbelspel.


Geschokt?
Het zal u intussen vast niet meer verbazen wanneer ik u vertel dat ik uit vertrouwelijke bron vernomen heb dat dit lied geproducet werd door een anonieme gemeenschap die het fenomeen van de "spontane ganbang" wil promoten, geheten "De toffe peren"(maar dan in het Russisch natuurlijk) en dat ook zij hebben gelobby'd om dit lied uiteindelijk tot winnaar te kunnen kronen. "Believe" is niets minder dan een hersenspoeling!
Subliminal messaging heet deze techniek: het brainwashen van een publiek door subtiele hints te geven, die in het onderbewuste hun invloed dan uitoefenen. Een vuile technik, als je het mij vraagt.
bij deze, wees gewaarschuwd. Nu er één is binnengeraakt zullen er meer volgen. Eurosong zal nooit meer hetzelfde zijn...