Woensdag, vijfde dag van de leefweek.
De korte nachten en het gebrek aan volwaardig voedsel beginnen hun tol te eisen van de deelnemers. De vondst van een dode muis in de provisiekamer zorgde gisteren voor enig tumult, maar nadat ieder z'n zeg had gedaan en verzekerd was dat er geen gaatjes waren in de Maria-koekjes, bedaarde dat al snel. De muis werd plechtig begraven door Elias en even later door diezelfde weer opgegraven en opgegeten omdat de hesp op was. En een croc zonder vlees is geen croc, zeg nu zelf.
De leefvertrekken hebben onze aanwezigheid voorlopig goed doorstaan. Ook de baadruimte en de toilethoek tonen zich hun taak waardig. Vooral de laatste heeft ons aangenaam verrast. Wij ontdekten namelijk dat een ingenieus systeem is ingebouwd waardoor de gebruiker van desbetreffend toilet zijn eigen ontlasting kan inspecteren. Tijdens de behoefte word de excretie opgevangen in een plat bekken, alwaar kleur, vorm en structuur bestudeerd kunnen worden. De geometrie van het bekken is ook zo dat de geur van hoger vernoemde ontlasting zich optimaal kan verspreiden. Misschien niet aantrekkelijk voor een leek, maar een jongeling op leefweek is zich terdege bewust van het belang van zelfinspectie. Daarbij zorgt deze vormgeving ervoor dat niet enkel de gebruiker van het toilet maar ook eventuele omstaanders zich kunnen vergewissen van de gezondheid van de gebruiker.
Hoe lyrisch we allen ook zijn over de toilethoek, een andere ruimte baart ons aardig zorgen. Het betreft de slaapruimte. Deze is na vijf nachten verworden tot een donker hol, enkel nog bezocht in de nacht. De aanblik van het vertrek bij licht kan niemand zich nog herinneren, immers: het licht mag nooit aan voor zij die nog slapen. Op de tast kan men zich een beeld vormen van dit hol, vergaan van de losslingerende onderbroeken en kousen. Wie denkt dat dit al erg is vergist zich: niets is erger dan te ontdekken dat wat je net greep noch onderbroek noch kous is, maar dan wel een ondefinieerbaar hoopje iets, dat als je pech hebt nog es kan wegrennen ook. Inderdaad, sinds enige dagen wordt gefluisterd dat er misschien wel ander leven in dit donkere hol is dan enkel zij die slapen. Sinds de verdwijning van Jaspers knuffelbeer wordt dan ook enkel nog slapen gegaan in groepjes van minstens drie en zijn het enkel de dappersten die nog durven uitslapen.
Vandaag is een leerdag gepland, zodat ondergetekende morgen eindelijk eens deftig kan meehelpen met zijn case Mechanica, kwestie dat hij niet te hard op zijn doos krijgt bij de peer assessment. En holalala, ne stijlbreuk! Kan geen kwaad want ik ben de expeditiedagboekstijl eventjes beu en we mogen ook al es gewoon updaten. Voor zij die het niet doorhadden, ik ben op leefweek en hoewel sommige dingen wat overdreven zijn, bovenstaande feiten zijn allemaal ongeveer waargebeurd.
BLij ben ik ook u te melden dat er binnenkort een gedichtje aankomt ofwel een prozastukje, waarvan ik voorlopig enkel de eerste zin heb. Deze gaat zo:
Misschien, heel misschien, dacht Ankie, ben ik eigenlijk een gans, en ze kwaakte es voorzichtig.
Voorlopig lukt het rijmen niet meteen, dus het kan nog wel even duren eer dit af is.
Hoewel we intussen vijf dagen gevorderd zijn blijft het moreel hoog.(en we zijn weer vertrokken!) Om de tijd te doden vermaken mijn medewerkers zich met gezelschapsspelen en computerspelletjes uit het bouwjaar Windows 98. De kou is bijtend, het croque-machien traag, maar wij blijven op post. Immer op post, immer trouw.
Dries Thielemans
12/11/2008
Mijn evolutie als docent, en hoe geven we goed les?
-
Over iets meer dan een week start het nieuwe academiejaar. De
voorbereidingen voor vakken en bijhorende lessen draaien weer op volle
toeren. In het hoger...
1 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten