donderdag 27 november 2008

Voor de klagers

Er wordt me door sommigen verweten dat m'n berichten te lang zouden zijn. 
Wel, ik zeg hen: ge zijt lui!
Een half A4'tje begot, het zou geen moeite mogen zijn.
Ik maar moeite doen om mijn plot in te korten, mijn personages te karikaturiseren, alles gewoon om plaats te besparen, en dan nog horen dat teksten te lang zijn!
Maar goed, bij deze, speciaal voor alle klagers: een paar komieken die sommigen misschien nog niet kennen in een extra kort bericht!
Veel plezier ermee.

Jochem Myjer: hilarische ADHD - hollander



Stephen Lynch, geweldige komiek/zanger


Bert Visscher, nog een Hollander met ADHD

dinsdag 25 november 2008

De vriezeman

't Leven kan soms hard zijn. En dan zeker als jonge student die ook nog es scouts doet.
Begrijpt u mijn leed niet? Laat ik even mijn afgelopen twee dagen schetsen:

Het was zondag 23 november. Het sneeuwde al wat en buiten was het koud en wij hadden net mama-papa-vergadering gepland. Een geweldig tof idee, zij het wat gevaarlijk, want het moest maar es een slechte vergadering worden. Uiteindelijk viel alles goed mee, maar dat is eigenlijk niet de hele pointe van dit verhaal. We hebben het immers niet over scouts, maar over mij en m'n miserabele lotgevallen.
Goed, laat ons verdergaan. We hadden dus het lumineuze idee gekregen dat ik, die de vriezeman moest spelen, bloem in m'n haar zou doen. Daar werd het lekker wit van. Jolijt jolijt! Geweldig leuk voor de kindertjes, ook voor mij want ik kon sneeuwstormen maken door met m'n hoofd te schudden. Minder leuk was het toen ik vanmorgen, na een bijzonder rusteloze nacht (Beertje, waar ben jij gebleven?) achteraan m'n hoofd voelde. Dikke klodders net-niet-zo-goed-weggewassen bloem begroetten m'n vingers. Ik racete de douche in en waste nog snel m'n haren, waarna ik m'n schoenen wilde pakken om snel naar de les te gaan. Groot was dan ook mijn verontwaardiging toen ik merkte dat die nog nat waren van in de sneeuw te spelen op de scouts. Rotkoters. Ik dus in m'n sportschoenen naar de les. Feest.
Eenmaal aangekomen sprongen mijn o zo trouwe vrienden meteen als hyena's op het makkelijke slachtoffer dat ik was: mijn sportschoenen en nog altijd niet goed genoeg gewassen haar maakten me al snel tot hun riséé. Gelukkig zat ik achteraan en kon ik gezellig de hele les economie (dank u Tim Willemen voor uw boek waardoor ik niet moet opletten!) bloemkorreltjes uit m'n haar trekken. Intussen doneerde ik, vrijgevig als ik ben, een aardig deel van deze roux aan m'n achterbuur, die, moest ie een vuurtje gehad hebben, er prompt macaroni met hesp- en kaassaus van zou hebben gemaakt. Of met een vies gezicht de schilfertjes wegduwen, denkende dat het roos was. Bij deze dus: niets is minder waar, het was bloem. Van den Aldi, meneer.
Maar goed, de pauze kwam en na nog wat leuke opmerkinkjes van m'n trouwe vrienden dacht ik: ik zet me lekker vanvoor, al bij al valt het nog wel mee. O wee, wat een vergissing. Nu kwam ik immers in het zicht van hen: zij die de mooisten van de aula zijn. En men komt niet in het zicht van hen zonder zijn haar eerst goed te wassen. Vurig verlangde ik ernaar mijn muts op te zetten, mijn sportschoenen weg te schoppen, maar het was al te laat! 
Dries: 5 punten eraf
nogmaals, wereld, weet het: het was bloem! En mijn goeie schoenen waren nat!
....................................................................................................................................................

Ok, ik geef toe, veel van hierboven is overdreven en zo'n egotripper ben ik nu ook weer niet om altijd over mezelf te willen praten. Maar uiteindelijk maakt dat een verhaaltje zo veel fijner, nietwaar? Al was de bloem blijkbaar toch vrij aanwezig en vielen de sportschoenen wel op. Misschien had het feit dat ik de trappen opjogde om bovenaan wat te gaan stretchen er wel wat mee te maken...

Tot slot, voor al wie de vriezeman niet kent volgend kinderversje. Ik ben wel de melodie / het metrum vergeten.

Vriezeman heeft op straat gezeten, 
heeft in mijne neus gebeten , 
mijne neus is rood rood rood, 
kwenste de vriezeman dood,dood, dood.

zaterdag 15 november 2008

Een toemaatje

Jaja, we zijn actief vandaag!
Toen ik begon met het schrijven van het vorige verhaaltje, had ik dat in een heel andere stijl gedaan, terug met Elias en Maria.
Die personages zinnen me wel en ik vind het leuk Elias iedere keer weer iets doms te laten ontdekken en potten eten omver te stoten.
Ook was hij het perfecte personage om een mopje over sokken dat ik al langer wou gebruiken, in een verhaaltje te zetten. Het leuke is dat ik zelf zo'n sokken heb.
Later vond ik toch dat een iets vreemder personage hier meer gepast was en ben ik opnieuw begonnen.
Maar omdat ik toch al aardig wat verhaal had in die andere stijl en het niet per se slecht was, zet ik hem hier, bij wijze van toemaatje, nog es neer.
Ik presenteer u:

Matteüs 18 - the alternate version

"Maria, Maria!"
Elias rende op z'n sloffen door het huis, luidkeels de naam van z'n vrouw roepend.
"Ik heb het geheim ontrafeld, Maria!"
Aan zijn voeten droeg hij de bergsokken die hij nog van z'n vader gekregen had. Op de sokken stonden een grote rode L en een R, om de drager duidelijk te maken welke sok waar moest. Elias droeg ze echter omgekeerd. Heel goed zaten ze niet op die manier, maar een kledingstuk ging hem verdomme de les niet lezen.
"Maria, waar zit je?"
"Hier, appelflap", klonk het uit de keuken. Elias stormde binnen, op één slof intussen en ging hijgend voor z'n vrouw staan. In z'n armen zwaaide hij een verfomfaaide versie van de Bijbel rond.
"Het is overduidelijk, Maria!"
"Wat, m'n liefste?", vroeg Maria. Intussen lette ze goed op haar schaal met aardappelen: de Bijbel scheerde nogal kort langs de rand ervan. Soms verbaasde het haar hoe slecht haar man en etenswaren samen gingen.

vrijdag 14 november 2008

Matteüs 18

Roel loopt naar de kale, gebarsten muur. Haalt het krijtje uit z'n broekzak. Bukt zich naar de rechteronderhoek. Trekt een streepje. Stapt achteruit. Ja, dit is wonderlijk. Waarachtig mooi. Een glimlachje speelt om Roels lippen. Hij loopt weer naar de muur toe en gaat nog een paar keer over het streepje. Lekker dik. Oh ja, Roel heeft er lol in. Hij telt nog eens alle streepjes na. Over de jaren was de muur traagjes voller en voller geworden. Alle streepjes waren er op geraakt gelukkig, maar dat had hij ook wel verwacht. Niet voor niets had hij van tevoren alles zorgvuldig opgemeten. Hoe onvolmaakt zou het geweest zijn als de muur overvol was geweest? Als hij in de hoekjes had moeten zitten prutsen? Of als er een lelijk leeg stuk was overgebleven? Maar al bij al, hoe had iets goddelijk ooit onvolmaakt geworden kunnen zijn? Glimlachend ziet Roel dat de 490 streepjes zijn muur perfect van hoek tot hoek vullen.
2 jaar geleden was het dat Roel tot het besef was gekomen. Het zag er die dag niet naar uit dat er veel speciaals zou gebeuren, een zondagmorgen als alle andere. Hoe had hij ooit kunnen weten dat juist die dag de priester, een man zijn respect waardig, net die passage zou lezen? Hij kon de woorden nog steeds horen:
"Dan lezen we nu uit het evangelie volgens Matteüs, hoofdstuk 18, verzen 21 tot 35..."
Wat Roel die dag had gehoord had zijn leven voorgoed veranderd. Hij kijkt nog één keer glimlachend naar de streepjes op zijn muur, precies 490, en gaat naar buiten.
Eenmaal op straat loopt Roel zelfverzekerd rond, in z'n broekzak een kopie van de verzen. Hij denkt aan grootse dingen, aan alles wat hij zou kunnen doen. Hoe hij de wereld kan helpen. Hoe hij wel eens een "redder" kan zijn. Een messias...
Hij haalt de verzen uit z'n broekzak en leest ze nogmaals.
Matteüs 18, 21-22
Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.
490 keren, Roel had het uitgerekend. 490 keren had hij zich ingehouden. 490 keren was hij de toffe geweest, de vergevingsgezinde. Maar dat is nu gedaan.
Roel stapt het grote gebouw binnen. Gaat naar boven. Speelt wat het mes in z'n achterzak. Gaat de deur door. Voelt nog eens aan het mes. Glimlacht eens. Krijgt een papiertje tegen z'n hoofd. Voelt een natte spons in z'n nek. Valt over een stiekem gespannen koord. Ziet dertig joelende kinderen met hem lachen van achter hun schoolbanken.
Maar Roel glimlacht.
"Dat hadden jullie niet moeten doen, jongens. Ho nee, dat was een slechte keuze. Dit wordt écht jullie dagje niet..."

met dank aan Pieter Moysons, die het uitgerekend heeft

woensdag 12 november 2008

Leefweek 2008

Woensdag, vijfde dag van de leefweek.
De korte nachten en het gebrek aan volwaardig voedsel beginnen hun tol te eisen van de deelnemers. De vondst van een dode muis in de provisiekamer zorgde gisteren voor enig tumult, maar nadat ieder z'n zeg had gedaan en verzekerd was dat er geen gaatjes waren in de Maria-koekjes, bedaarde dat al snel. De muis werd plechtig begraven door Elias en even later door diezelfde weer opgegraven en opgegeten omdat de hesp op was. En een croc zonder vlees is geen croc, zeg nu zelf.
De leefvertrekken hebben onze aanwezigheid voorlopig goed doorstaan. Ook de baadruimte en de toilethoek tonen zich hun taak waardig. Vooral de laatste heeft ons aangenaam verrast. Wij ontdekten namelijk dat een ingenieus systeem is ingebouwd waardoor de gebruiker van desbetreffend toilet zijn eigen ontlasting kan inspecteren. Tijdens de behoefte word de excretie opgevangen in een plat bekken, alwaar kleur, vorm en structuur bestudeerd kunnen worden. De geometrie van het bekken is ook zo dat de geur van hoger vernoemde ontlasting zich optimaal kan verspreiden. Misschien niet aantrekkelijk voor een leek, maar een jongeling op leefweek is zich terdege bewust van het belang van zelfinspectie. Daarbij zorgt deze vormgeving ervoor dat niet enkel de gebruiker van het toilet maar ook eventuele omstaanders zich kunnen vergewissen van de gezondheid van de gebruiker.
Hoe lyrisch we allen ook zijn over de toilethoek, een andere ruimte baart ons aardig zorgen. Het betreft de slaapruimte. Deze is na vijf nachten verworden tot een donker hol, enkel nog bezocht in de nacht. De aanblik van het vertrek bij licht kan niemand zich nog herinneren, immers: het licht mag nooit aan voor zij die nog slapen. Op de tast kan men zich een beeld vormen van dit hol, vergaan van de losslingerende onderbroeken en kousen. Wie denkt dat dit al erg is vergist zich: niets is erger dan te ontdekken dat wat je net greep noch onderbroek noch kous is, maar dan wel een ondefinieerbaar hoopje iets, dat als je pech hebt nog es kan wegrennen ook. Inderdaad, sinds enige dagen wordt gefluisterd dat er misschien wel ander leven in dit donkere hol is dan enkel zij die slapen. Sinds de verdwijning van Jaspers knuffelbeer wordt dan ook enkel nog slapen gegaan in groepjes van minstens drie en zijn het enkel de dappersten die nog durven uitslapen.

Vandaag is een leerdag gepland, zodat ondergetekende morgen eindelijk eens deftig kan meehelpen met zijn case Mechanica, kwestie dat hij niet te hard op zijn doos krijgt bij de peer assessment. En holalala, ne stijlbreuk! Kan geen kwaad want ik ben de expeditiedagboekstijl eventjes beu en we mogen ook al es gewoon updaten. Voor zij die het niet doorhadden, ik ben op leefweek en hoewel sommige dingen wat overdreven zijn, bovenstaande feiten zijn allemaal ongeveer waargebeurd.
BLij ben ik ook u te melden dat er binnenkort een gedichtje aankomt ofwel een prozastukje, waarvan ik voorlopig enkel de eerste zin heb. Deze gaat zo:
Misschien, heel misschien, dacht Ankie, ben ik eigenlijk een gans, en ze kwaakte es voorzichtig.
Voorlopig lukt het rijmen niet meteen, dus het kan nog wel even duren eer dit af is.


Hoewel we intussen vijf dagen gevorderd zijn blijft het moreel hoog.(en we zijn weer vertrokken!) Om de tijd te doden vermaken mijn medewerkers zich met gezelschapsspelen en computerspelletjes uit het bouwjaar Windows 98. De kou is bijtend, het croque-machien traag, maar wij blijven op post. Immer op post, immer trouw.


Dries Thielemans
12/11/2008

zondag 9 november 2008

Tijd voor Cultuur!

Een kort bericht voor al die luiaards die zeggen dat ik te lange berichten schrijf de laatste tijd.
Dit keer is het geen verhaaltje, geen bedenksel, geen hersenkronkel, het is één en al compliment.
Ik ben gisteren namelijk naar een musical geweest. Helemaal in het verre Zandhoven, in een parochiezaaltje, dat intussen al twaalf keer of zo is uitverkocht heb ik hem gezien: Bang, de musiknal.
Laat u niet misleiden door de titel, ik geef toe: hij is een beetje kinderachtig. Ook de plot was nu niet meteen even wonderlijk en verrassend als die van Loft, maar wat een mensen erin meededen!
Niks zo sterk als een hoop mensen die een stevig lied tegen elkaar opzingen en al zeker niet als ze dan nog es machtig goed zingen ook. Dat zijn de dingen waar ik echt kippenvel van kan krijgen.
Machtig vind ik het wanneer zo'n lied volledig in het verhaal past. De helft van de tijd zat ik er dan ook met mierentetten om het es met een ander woord te zeggen. Oftewel was het gewoon nogal fris in dat zaaltje.
Ik persoonlijk ging kijken omdat een vriendin van me erin meespeelde. Heeft die me even van m'n sokken geblazen!! Bij deze, to hell with privacy: Elena, uw stem was wonderlijk schoon.
Maar goed, voor iemand die er niet bij was is dit misschien bijster weinig interessant. Daarom, als toegift, een filmpje in verband met een musical dat ik zelf geweldig vind en voor velen een bron van inspiratie kan zijn.
En ook al bestaan er veel lijstjes die het tegendeel beweren, het leven zou toch sjieker zijn moest er af en toe wat meer musicalgehalte inzitten.

Prangstgrüp - Reach, a lecture musical