zondag 2 maart 2008

Bang in het donker

Pre Scriptum: voor de vorige blogpost zie ik me verplicht Elias nog te bedanken, aangezien hij me op het denkspoor zette. Dank U, goeierd van een Staes

Ik ben er niet ongelooflijk trots op, maar als kind was ik ongelooflijk bang in het donker. Er zijn ganser verhalen rond te vertellen, maar om een voorsmaakje te geven: ik herinner me nog mijn eerste nachtlampje. Het was niet zozeer een nachtlamp, eigenlijk zou een betere benaming ervoor nachtfaar geweest zijn. Het kleine snoezige griekse huisje verlichtte zo'n beetje m'n hele kamer en nog geen klein beetje. Maar goed, ik was jong en ik had teveel fantasie. En in het donker zag ik álles. Zo had ik een tijdlang een angst om 's nachts uit het raam te kijken, iets waar ik nu nog steeds een zekere twijfel bij voel. Er moest maar eens een heks aan het zweven zijn buiten mijn raam of een boeman die door de bossen liep. Ik was, zoals mijn zussen zo mooi omschreven, een schijtluis.
Maar goed, ik werd ouder, leerde muziek kennen, de schoonheid van de nacht, de sterren en opeens was naar huis fietsen een pak minder erg. Meestal...
Want vanavond, vanavond zat het er weer tegen! Laat ik even het verhaal doen:
Ik was op weg naar huis na een gezellig avondje met de vrienden, vrolijk fluitend met de EELS in m'n oren fietste ik door het bos. En dan opeens begint het. De eerste klik die je maakt kan door alles veroorzaakt worden: een beetje een rare toon in je lied, een overstekende kat, een auto. Plots besef je dat er nog wereld is buiten jijzelf en je mp3-speler en dat die best wel eens eng zou kunnen worden. Wórden, niet zijn, want je ziet nog niets. Maar de potentie, de dreiging is nu volop aanwezig. De hele omgeving lijkt opeens veel meer op te vallen en de geruststellende mp3 wordt een dilemma: uitdoen en alles horen of aanlaten en misschien wel niet horen wat er achter je gebeurt? Ik bevind me op het eerste niveau van ongemak
Maar goed, voorlopig is er nog niets gebeurd. Totdat je ineens achteromkijkt. Mag je nooit doen! Want iedere keer zie je niets, maar nét wanneer je je hoofd draait, schudt er een struik of beweegt er een schaduw. Natuurlijk ben ik weer zo stom geweest m'n eigen raad niet op te volgen en hupsa, ja, we zitten op niveau twee van de trip naar ongegronde angst.
Al bij al, laat ons niet overdrijven, niveau twee is chilly willy en valt nog makkelijk weg te wuiven.
Maar toen gebeurde het... Plotseling, toen ik een berg op fietste, zag ik uit m'n ooghoek een man stappen. Meteen draai ik mijn hoofd en wat zie ik?! Een stomme paal die langs de kant van de weg staat. U zou misschien gerustgesteld zijn hierdoor en eens hartelijk lachen met uw eigen dwaasheid maar ik allerminst. Wandelaars kom je wel vaker tegen op late uren en soms is het dan even schrikken maar achteraf zijn ze achter je. Een ver verleden van zodra je 5 meter verder zit. Maar een ingebeelde wandelaar is veel erger. Eerst is er de korte schrik die snel wegebt, maar het ongemak is duizendvoudig versterkt. Het probleem is immers niet verdwenen, het is verschoven! Van een reële angst komen we nu terecht in een metafysische angst. Een angst voor wat zou kunnen, voor het bovennatuurlijke zelfs. Want palen lijken niet zomaar op wandelaars. Was het een boodschap misschien? Een omen? Volgt een wezen me dat zich razendsnel verbergt? De meest Spielbergiaanse ideeën verdringen zich binnen m'n hoofd en ik race zwetend en achteromkijkend naar huis. Niveau 3, het is geen lachertje.

Geen opmerkingen: