Vier dagen loeiharde muziek, schaars geklede mensen, de geur van verschaald bier en pis met schakeringen van oriëntaalse en binnenlandse keuken, Rock Werchter, het stond er weer!
Omdat dit festival voor ons arme studentjes steeds duurder wordt, greep ik dit jaar dankbaar de kans om als medewerker aan de slag te gaan. Met de scouts nam ik nu eens plaats achter tapkraan, dan weer achter kassaraampje en pikte ik hier en daar wat optredens mee. Een paar eerste indrukken van de voorbije 4 dagen:
De toilettenIedereen die al es op Werchter geweest is kent het: het Dixie-doolhof. Honderden port-o-potties opgezet in een heus minidorpje, enkel en alleen gewijd aan het ontlasten van de mens! Iedere keer weer maakt dit excretie-paradijs een diepe indruk op me. Wie hier zijn gevoeg doet, voelt zich één met het festival, de pot als het ware een soort poort naar het hogere begrip. Hier komt een kakker tot rust.
Maar er is een addertje. In dit fecale rustoord kakt men niet helemaal ongestoord, er is namelijk het papier... Elke ervaren kakker kent het papier, zijn noodzakelijkheid, zijn heerschappij over de schijtende medemens, zonder hem zijn we niets. En vooral in Werchter laat de heerschappij van het papier zich maar al te goed voelen. Je krijgt er namelijk geen rolletje op de pot, zoals de gewoonte is in Rotselaar, in de plaats daarvan staan aan de ingang een paar vriendelijk glimlachende meisjes in medewerkersoutfit klaar om ieder bezoeker te voorzien van het nodige tissue. Glimlachende meisjes zijn over het algemeen ok, op het merendeel van de plaatsen zie ik ze zelfs graag komen, maar bij het toilet?! Om het met de woorden van Coupling-personage Steve te zeggen: doorheen de jaren zijn mannen steeds verder verdrongen door vrouwen tot al wat we nu nog over hebben: het toilet. Als de man kakt, is hij op zijn gemak. Hier is de man op z'n meest kwetsbaar.
Misschien moet ik dit even verduidelijken met een voorbeeld: na een stevige oesterschotel (nieuw op Werchter dit jaar!) en een stuk of wat pintjes voel je het binnen in je buik borrelen: tijd voor een bezoek aan Dixiedorp! Voor je gaat moet je natuurlijk dus je papier gaan ophalen. Moeilijk in te schatten hoeveel je nodig hebt, dus neem je misschien maar beter ineens genoeg? Het toiletrolmeisje kijkt je glimlachend aan terwijl je wc-papier afrolt. En blijft rollen. En blijft rollen. Misschien moet je een mopje maken om de sfeer te verzachten? "Jaja, dat festivaleten he", breng je er ietwat onhandig uit. Oh jee, slecht idee, nu lijk je helemaal een acute diarreelijdende stinkerd! Had je maar van die oesters afgebleven! Wat ongemakkelijk glimlachend nu kijkt het toiletrolmeisje hoe je haastig verder blijft rollen. Blozend vertrek je uiteindelijk met het kluitje papier (veel minder dan je eigenlijk wou) stevig in de hand geklemd.
Een eerste hindernis zijn we intussen voorbij.
Maar hier houdt het niet op! Schueremans vond waarschijnlijk dat enkel de dappersten aller mannen mochten kakken, dus bedacht hij nog een list: het is onmogelijk te zien of een kotje op slot is of niet! Een klein obstakel natuurlijk, maar toch zit je ietwat ongemakkelijk op de pot, omdat je twijfelt of je je hokje nu eigenlijk wel écht op slot hebt gedaan. Als je het langs buiten al niet ziet, hoe weet je het dan zeker aan de binnenkant?!
Maar goed, uiteindelijk gebeurt wat moet gebeuren. 500 gram later komen we aan bij het laatste stadium van het bezoek. En nu worden we geconfronteerd met de fouten van onze oorspronkelijke keuzes. Dat stevige kluitje papier slinkt verbazingwekkend snel, veel sneller dan zou mogen! Rantsoeneren!!! Steeds minder velletjes per keer, steeds meer keren plooien en steeds maar bidden dat je toekomt, het is zweten in de Dixies. En dan gebeurt het ondenkbare: het laatste velletje dient zich aan, maar volstaat niet... Wat nu? De mens is inventief dus gaan we op zoek naar iets bruikbaars. Zolang mogelijk probeer je de gedachte weg te houden, maar uiteindelijk kan je er niet omheen. Die vuile (van schoenen, laat het alsjeblief modder van schoenen zijn!) velletjes op de grond zijn de enige optie van de man zonder papier.
Ziet u nu, beste lezer, het gevaar van het op voorhand kiezen van papier? Het Dixiedorp is een oord van rust en zen, maar wordt geplaagd door de vreselijke tirannie van het
toiletpapier...
Bellen blazenJe ziet het steeds vaker tegenwoordig: mensen met bellenblazers. Op festivals of soms zelfs gewone fuiven kan je ze ineens bellen zien blazen. Sfeerscheppen, heet dat. Nou, misschien ligt het aan het feit dat de eerste mensen die ik dit zag doen, nu niet meteen m'n beste vrienden waren, maar persoonlijk heb ik het echt niet voor dit gebruik. Als kind kan je bellen blazen zoveel je wil, of zelfs als je groter bent, op je alleentje, als er niemand kijkt, mij een zorg, maar laat ze alsjeblieft thuis als je naar Rock Werchter komt. Zeker als je ouder dan 40 bent. Jonge pubertjes ok, doen jullie maar, speciaal doen is nu eenmaal jullie wens. Maar zaterdag zag ik een dame van ver boven de 40 belletjes blazen en echt, het was geen zicht. Een overjaarse hippie met een kinderspeelgoedje.
Nu wil ik niet helemaal negatief doen: op zich zijn die zwevende belletjes wel leuk om zien, maar ik weet niet waarom, ik kan het echt niet zien: mensen van boven de 15 met een bellenblazer, het spijt me, ik kan jullie moeilijk uitstaan.
Misschien ben ik wat te hard, maar goed, een gematigd bericht is een saai berichtZatte mannenZoveel als ik bellenblazers veracht, zo cool vind ik de typetjes die je altijd ziet rondlopen op Werchter. Speciale vermelding dit jaar voor de man in wielertrui die, als je de gitarist van een optredende groep niet kon zien, met graagte z'n plaats verving. Misschien was hij dronken, misschien stoned, in ieder geval, de kale man speelde luchtgitaar voor eenieder die het zien kon.
Wie zagen we nog? Een dikke streaker, die vrolijk juichend door een uitgelaten menigte hoste (wat zou er toch van de jolige dikkerd geworden zijn intussen?), een heleboel deernes in netkousen en ander ondergoed, geschilderde mensen, gemaskerde mensen, een Hollander die me elke keer vroeg of het ging regenen,...
Dát is sfeerschepping!
En dit noem ik dan het einde van deel 1. Vier dagen, da's veel gebeurtenissen, waar ik veel over kan zeggen. Misschien bespreek ik de muziek zelve nog of iets heel anders, we zien wel. Voorlopig iedereen een goede vakantie toegewenst.