dinsdag 16 december 2008

Blokken

We zijn weer bijna zover!
De blokperiode: een tijd, gekenmerkt door Red Bull, verveling en onbegrip voor velen. Een moment van hoogtij voor m'n blog, jochei! Blok na blok is gebleken dat het bezoekersaantal in deze periode ongekende hoogtes bereikt. Niet dat ik meteen interessanter schrijf, maar jongens, jongens, wat vervelen de mensen zich! Maar ik verwelkom hen met open armen. Ik zeg u: "zet u gerust eventjes, lees gezellig na wat ik geschreven heb, neem een koekje. Doe gerust hoor, het zijn lekkere."
Ach, mooie tijden, mooie tijden,...

Op het leren na dan. Dagen van vrolijkheid en lesjes skippen laten zich nu een beetje voelen. Ieders grote schrik, numerieke wiskunde, werkgebied van Adhémar Bultheels ( door sommigen wel eens spottend "Adje het ratje" genoemd) is één van die vakjes die nogal es gemakkelijk wegvielen. Ik ben dan ook begonnen met dat vak wat bij te werken. Ik ben daar ook mee gestopt omdat het saai was.  
Ik heb er wél, en laat dat duidelijk zijn, een erg mooie boek (op wat deeltjes na) aan overgehouden. Inderdaad, ik ben er nog steeds niet aan geslaagd me aan één kleurenschema te houden. Het feit dat mammielief me dit jaar van 6 fluo'tjes heeft voorzien in plaats van de gebruikelijke 4 zorgt er alleen maar voor dat mijn boeken nog méér wegkrijgen van een mislukte Mondriaan.
Maar goed, ik doe m'n best. Vorige week een pak koekjes ingekocht, toevallig nog een doos wafels te pakken gekregen en ik ben helemaal klaar voor 2 maanden sociaal isolement. Want misschien ben ik een asociale, maar de examens zijn toch vaak een eenzame periode. Wie weet kom ik wel tot oplossingen voor grote levenskwesties tijdens mijn kluizenaarsbestaan? Wie weet zet ik ze wel hierop? Wie weet geef ik oplossingen voor oefeningen? Hij die m'n bezoekersaantal omhoog trekt uit verveling zal het gauw genoeg zien!

zondag 14 december 2008

Voor jou doe ik alsof

Ik mag dan wel geen dichter zijn
Maar voor jou schrijf ik elke dag karamellenverzen
van ik hou van jou 
en blijf je eeuwig trouw
en nog wat van die dingen
Rijmen kan ik heus wel doen
als je dat wil

Ik mag dan geen schilder zijn
Maar voor jou haal ik m'n wasco's uit
Dan teken ik stokmannetjes en knip ik vormen
Ik bouw een schildersezel 
En klad het hele huis onder
Verven kan ik heus wel doen
als je dat wil

Ik mag dan geen komiek zijn
Maar voor jou leer ik de Druivelaar uit m'n hoofd
Vertel ik elke dag een flauwe mop
En jij zal dan giechelen
of toch eens glimlachen
Moppentappen kan ik heus wel doen
als je dat wil

Ik mag dan niet de man van je dromen zijn
maar als ik maar hard genoeg doe alsof
wil jij dan doen
of je van me houdt?

zaterdag 13 december 2008

Over inspiratie en zinnelijkheid

Soms vragen mensen me wel eens hoe ik precies iets schrijf, hoe ik op het idee kom. Ook Toomas had het op zijn blog onlangs over bloggers en vroeg naar hun persoonlijk verhaal. 
Wel, eigenlijk werk ik misschien wel op een gekke manier. 
Zoals zovele schrijvers moet er natuurlijk eerst inspiratie zijn. Inspiratiebronnen verschillen natuurlijk van mens tot mens. Iets wat mij bijvoorbeeld enorm kan inspireren zijn toneelstukken, musicals, creatieve dingen zoals Prangstgrüp, waar ik al eerder over sprak. Al is dat misschien meer motivatie dan inspiratie: altijd als ik zo'n dingen zie, wil ik zelf iets even geweldigs doen. Daarmee heb je natuurlijk nog geen ideeën voor een verhaal, maar de goesting is er toch al. Echte inspiratie komt meestal van alledaagse dingen: een beeld, een geluid, iets waar je vaak aan denkt.
Om een voorbeeld te geven zet ik hieronder een paar making-off's: de inspiratie die me tot het vernoemde verhaal leidde.

Matteüs 18: een vriend van me die vol trots vertelde dat hij ooit had uitgerekend dat zeven maal zeventig maal wel degelijk 490 was.
Joachim: een grapje op de scouts. Omdat niemand wist hoe een draaicijferslot werkte, dachten we dat er misschien wel een mannetje in zat dat de nummertjes nakeek.
Als ik naar huis fiets op een voorzichtige lentenacht: dit is wel degelijk hoe ik me voel als ik soms naar huis fiets. De grootste inspiratiebron hier was het prachtige beeld dat ik toen kon zien vlak voor ik thuis aan kwam: de boom met lantaarnpaal. Achteraf heb ik er dan ook een (veel minder magische) foto van genomen.
Ridder Dries: Toen ik iemand van m'n zoveelste plan vertelde, vergelijk hij me spottend met een ridder, die steeds op queestes gaat, en dan ook faalt. Eigenlijk heeft hij een beetje gelijk...

En zo kan ik nog voor zovele dingen zeggen waar ze vandaan komen. Maar goed, dit is niet uitzonderlijk, iederéén heeft inspiratie nodig. Wat er bij mij misschien anders is, is de manier waarop die zich uit. Velen hebben misschien meteen een verhaallijn. Ik start met zinnen. Zinnen en een idee. Vaak krijg ik plots een zin in m'n hoofd, een zin waarin meteen een stijl vervat zit en soms ook een verhaal. Veel van de verhalen rond Elias zijn ontstaan rond een vaag idee en een zin. Het is rond deze zin dat ik dan begin te werken om zo te eindigen bij een vaak op voorhand bedachte pointe. 
En dan is 't af. Na wat nalezen natuurlijk.

Om het wat poëtischer te zeggen:
Mijn schrijven is zinnig, mijn denken zinnelijk. 

Onlangs las ik nog een pracht van een zin op de blog van Maarten Inghels (nog zo'n rijkerd met een eigen .be-adres), een jong dichter die reeds z'n eigen dichtbundel uitbracht onder redactie van Gerrit Komrij(!). Eén van z'n projecten draait rond Billy, een jongen die hij in elk verhaal laat sterven.
Soms bestaat zo'n verhaal maar uit één of enkele zinnen, een 'Korte Billy' zoals hij ze zelf noemt.
Hieronder zie je er zo één, prachtig vind ik hem.


Terwijl zijn moeder in een roes van morfine ter verdoving weggleed tot ze uiteindelijk stierf werd Billy met een tang uit haar gehaald, zoals men met een vork een mossel uitlepelt.

zaterdag 6 december 2008

Debuut op papier

Zoals sommigen wel weten ben ik leider bij de scouts. Vanaf dit jaar help ik er bij het schrijven van het programmaboekje: de Sjorring. Samen met een oude rot in het vak, Snoesj, heb ik net de eerste afgewerkt. En ik heb er een eigen rubriekje in gekregen! Daarin heb ik deze keer een kort verhaaltje geschreven, misschien wordt het volgende keer wat anders, ik weet het nog niet. Voorlopig heb ik er nog niet al te veel reactie op gekregen, maar hey! Dat betekent dus ook geen negatieve reacties! 
Het verhaal gaat wederom over Elias, één van m'n favoriete personages, en is winters getint. Verder heb ik ook met opzet het woord 'onderwijl' en 'es' gebruikt, omdat me gezegd werd dat ik dat niet mocht. Sommigen vinden namelijk dat dat geen echte woorden zijn. Ik zeg hen: in mijn ogen wel!

Bij deze:

Door Dries’ ogen



Het sneeuwde. Voor de eerste keer in 12 jaar sneeuwde het nog eens. Dikke witte vlokken bedekten auto’s en fietsen en maakten van de grijze weg een exquise roetsjbaan. Het zou nog even duren voor de eerste mensen wakker werden en de witte wereld zouden aanschouwen. Op zondagmorgen sliep men uit. Iedereen, behalve één man. Met een verrekijker in zijn hand zat Elias voor het raam. Hij had alle lichten in het huis uit gelaten en tuurde door de luxaflex door naar buiten. Zijn kamerjas met beertjes op zat losjes rond zijn schouders, de band niet geknoopt. Alles was perfect rustig. Een wondermooie winterochtend…

“MARIA!!”, daverde het plots door het huis.
“Potverdekke Maria, waar zit je?”
Met een slaperig gezicht kwam Elias’ eega de trap af. “Wat is er, m’n duifje?”
Elias zat nu niet langer neer maar hupte gespannen de kamer door. De band van z’n kamerjas sleepte achter hem aan. Met een roodaangelopen gezicht keek hij naar z’n vrouw. “Nee, laat de lichten uit!”, riep hij toen ze naar de knop tastte. “Kijk naar buiten, Maria…maar pas op dat ze je niet zien.”
Maria keek uit het raam.
-“Nou, veel zie ik niet, schat”
“Precies! Iets of iemand heeft ons raam bedekt met wit spul, Maria! Ik heb het zien gebeuren!”
Elias ijsbeerde de woonkamer door terwijl hij aan z’n kin krabde en zachtjes prrrrt-geluidjes maakte, iets wat hij altijd deed als hij hard moest nadenken. De band van z’n kamerjas was los komen te hangen en om de zoveel tijd moest hij hem wegslaan om er niet over te struikelen.
“Misschien is het wel een aanval”, murmelde Elias, “misschien zijn zij het wel…”
Hij pakte Maria bij de schouders, alles was hem duidelijk. “Aliens, Maria! Aliens!”, bromde Elias. Jarenlang al was Elias ervan overtuigd dat ze bestonden en nu was het eindelijk zover. Hij ijsbeerde door de woonkamer. De band van z’n kamerjas hing nu enkel nog met een knoop aan het kledingstuk vast en bleef overal achter haken.
“Het is overduidelijk, Maria! Weet je nog hoe we tegen elkaar zeiden dat de lucht zo bewolkt was gisteravond?” Maria knikte terwijl ze de stoel die Elias’ kamerjas had omgetrokken weer rechtzette.
“Zo konden ze ongestoord – Bonk, een tweede stoel – spioneren! En die koude temperaturen
de – Kleng, de servieskast – laatste tijd, natuurlijk was dat ook hun plan. Zo willen ze ons zwak maken! En nu is het dus zover…We moeten – Knal, het bijzettafeltje – iets doen!” Elias’ kamerjas was blijven hangen aan de zware wandkast maar ongestoord ijsbeerde hij verder.
“ We moeten het verwijderen, Maria! We moeten de buurt redden! Ga jij de schop halen, dan start ik onderwijl de auto!” En nog voor Maria iets kon zeggen, stormde Elias de deur uit. Heldhaftig, stoer, kordaat en vooral, in z’n onderbroek.

Vier uur later bewogen de eerste silhouetten achter gordijnen. Een koffiezet gorgelde wat, een kind wreef in z’n ogen. Buiten was het nog steeds guur, maar het sneeuwde niet meer. Er was geen wolkje aan de lucht en een waterig zonnetje verlichtte de huizen. Het duurde niet lang of de eerste kinderen kwamen es aan het raam loeren. Buiten zagen zij een sneeuwwereld, zoals zij er waarschijnlijk maar één zouden zien in hun hele leven. Een écht winterlandschap.
Alleen was het niet echt een winterlandschap, en ook niet meteen een sneeuwwereld. Eigenlijk was het meer een beetje gewoontjes, misschien wat natter dan anders.
En terwijl de kinderen weer weggingen van het raam, glimlachte Elias en nipte van z’n thee. De wereld wist het misschien niet, maar hij, hij was een held.


Debuut op pelicule

Een tijdje geleden vroeg een oude vriendin van me of ik geen zin had te poseren voor een naaktkalender. Eerst was ik erg twijfelachtig: de gedachte dat een foto van jezelf op je kwetsbaarst zomaar om het even waar kan hangen...
Maar toen ik hoorde dat het voor een goed doel was en iedereen me maar bleef aanporren, ben ik ingegaan op het voorstel. Een heel gekke ervaring, zo in je nakie staan voor mensen die je eigenlijk maar een beetje kent. En natuurlijk heb je geen idee welke kop je moet trekken of hoe je moet kijken, hoe je je moet houden. Een halfuur wachten tot het licht goed zit, je beklagen dat je je niet gedoucht hebt (het ging allemaal zo snel, meneer!), hopen dat je het goed doet. Om niet te vergeten dat je naakt bent. En ja, 't is de tweede keer dat ik dat zeg.
Goed, we zijn nu wat verder en vandaag ben ik naar de voorstelling van die bewuste naaktkalender gegaan. Hij is heel mooi geworden, kunstig. Voorlopig is het nog wachten op de eerste reacties, maar een welbepaalde vriendin van me kennende zullen die wel gauw uitgelokt worden...


Ben je nog op zoek naar een leuk eindejaarscadeautje? Hieronder zie je de mail van de organisatoren:

Al vakantieplannen voor 2009? Wij ook! Maar niet iedereen. Op vakantie gaan kost geld. En lang niet iedereen heeft dat geld. Enkele vrijwilligers van crefi vzw wilden daar iets aan doen. Onder het motto ‘Mag het iets minder zijn?’ gingen onze jongens uit de kleren. Het resultaat daarvan mag er wezen. Een catchy verjaardagkalender, waarbij elke maand een geweldige jongeman een bepaald vakantiethema van crefi naakt op de voorgrond brengt. Vanaf 6 december is de kalender beschikbaar. De volledige opbrengst gaat naar extra toelagen om kinderen via het steunpunt vakantieparticipatie een fijne zomer aan te bieden. Vind je nooit het geschikte kerstpakje voor je nicht of weet je niet wat geven aan je peter voor het nieuwe jaar? Onze kalender is fijn, handig en bovendien maak je er twee mensen mee blij.
Vanaf nu kan je de naaktkalender bestellen. Hij kost €12, verzending niet inbegrepen. Zend gewoon een mailtje naar maghetietsminderzijn@hotmail.com


woensdag 3 december 2008

Mens en Machine

Is het je al eens opgevallen hoeveel je eigenlijk wel kan?
Denk alleen maar aan je gezichtsvermogen: een gezichtsveld van bijna 180° waarvan een groot deel in kleur! Om niet te vergeten dat je willekeurig kan scherpstellen op verschillende afstanden. Alsof dat nog niet genoeg was, kan je daarnaast ook nog eens die beelden interpreteren, herkennen en erop reageren. Om dat soort dingen in een computer te implementeren, mag je heel wat gaan investeren, denk ik. Om maar te zwijgen over de hardwarekosten!
Eigenlijk heb ik niet zoveel verstand van wat een computer allemaal kan dezer dagen, of hoe goed een camera is. Toch denk ik dat we bijlange na geen mens kunnen benaderen met technische dingen. Of het zal toch duur moeten zijn. Is het niet gek dat een klein bolletje organisch materiaal van zo'n schamele 1700cc (of toch iets in die trend, dank u Facebook en Biggest Brain!) zoveel informatie kan opnemen, verwerken en reproduceren?

Organische computers, is het geen mogelijkheid? Computers die op dezelfde manier informatie opslaan en verwerken als de menselijke hersenen? Ik denk zelfs dat er onderzoek naar dit soort dingen bestaat. En je kan nog verder gaan denken: stel nu dat je zo'n computer kán maken. Vanaf welk punt ben je dan een levend wezen aan het misbruiken? Hoe dicht staat zo'n organisch denkend ding bij het leven?
Of laten we het omgekeerd bekijken: stel dat je een menselijke foetus kan gaan gebruiken als computer? Of gewoon een volgroeide mens kweken, ontdoen van z'n persoonlijkheid en gaan gebruiken als meetinstrument. Zoveel potentieel, dat moet je toch kunnen misbruiken? Allemaal heel onethisch, maar misschien wel leuke stof voor sciencefiction? Misschien kan ik wel es proberen van het te schrijven en dan achteraf een filmpje met veel special effects maken en dan misschien wel een trilogie ervan maken en ik noem er dan ene Morp-
Fuck, the Matrix was me voor...



Ik weet het, ik ben aan 't praten over dingen waar ik niets van afweet. Maar uiteindelijk mag je   wel wat fantaseren van tijd tot tijd. Voor hen die deze gedachtengang wel interessant vinden, kan ik verwijzen naar een paar dingen:
  • The Matrix natuurlijk
  • De blog van Tom Bonte, Visions of the Future. In dit bericht had hij het nog over cyborgs, zo'n beetje het omgekeerde als waar ik net over sprak. Allemaal veel gefundeerder ook, maar ik doe nu eenmaal niet aan correct onderzoek
  • De reeks "Hitchhiker's guide to the galaxy" van Douglas Adams(Nederlands: het transgalactisch liftershandboek). Ik zal niets verklappen maar in één van de boeken zie je een idee terugkomen dat ik net aanhaalde. Prachtig gevonden van die man eigenlijk.